Spring naar content

Blog: Ik wil dood, maar nu nog niet

26 april 2022

Naast haar werk als directeur van Valente, loopt Esmé Wiegman voor haar deeltijdstudie HBO Theologie stage bij RIBW Overijssel. Deze beschermdwonenorganisatie ondersteunt mensen met een psychische kwetsbaarheid op het gebied van wonen, werken en welzijn, zodat ze hun dagelijks leven zo veel mogelijk zelf vorm kunnen geven. Esmé probeert hieraan bij te dragen met zingevende gespreksvoering.

‘Op de dag dat ik kennismaak met J. heeft hij net een euthanasieverklaring opgesteld. Ik heb nog niet eerder een kennismakingsgesprek gehad waarin euthanasie direct een gespreksthema is. Alhoewel, in de jaren dat ik woordvoerder medische ethiek was in de Tweede Kamer was dat soms wel het geval. Maar toen ging het in gesprekken met vertegenwoordigers van belangenorganisaties over wetgeving en beleid. In die gesprekken en daarop volgende debatten moest ik van euthanasie vooral iets vinden. Bij de start van mijn stage kreeg ik de vraag of ik bereid en in staat ben met cliënten over euthanasie te praten. Die vraag had ik mezelf ook al gesteld: gaan mijn persoonlijke opvattingen over de euthanasiewetgeving mij niet in de weg zitten in een open gesprek met cliënten?

The proof of the pudding is in the eating. J. vertelt waarom hij een euthanasieverklaring heeft opgesteld. Hij maakt zich zorgen of er wel een arts is die euthanasie zal uitvoeren als hij depressief is. Zijn huisarts heeft al laten weten dat hij daar moeite mee heeft. Binnenkort spreekt hij met zijn psychiater over zijn euthanasieverzoek. En anders is er altijd nog de Levenseindekliniek.

Ik merk bij mezelf dat het thema ‘euthanasie’ mij niet eens zo boeit. Het levensverhaal van J. is vele malen boeiender en geeft een beetje een idee waar de euthanasiewens vandaan komt. Ik heb zelf geen ervaring met depressies. Maar als ik hoor hoe zwart die perioden zijn, kan ik me iets voorstellen bij zijn doodswens. Niet om per se dood te willen, maar vooral om niet te hoeven leven met depressie, niet weer opgenomen te hoeven worden, niet weer een behandeling te ondergaan. “Het is dan gewoon klaar. Maar nu nog niet, hoor”, haast hij zich te zeggen. Hij is blij met zijn werkzaamheden, met de lente, met zijn poes, met zijn plannen om met een goede vriend een paar dagen weg te gaan.

Als ik J. twee weken later weer spreek, heeft zijn afspraak met de psychiater nog niet plaatsgevonden. De psychiater had corona. We hebben ‘zomaar’ een gesprek over wat een euthanasieverklaring doet met zijn perspectief. Hoe kijkt hij naar de toekomst? Met een open blik? Of vindt er ergens toch iets van blikvernauwing plaats vanuit het moment dat het klaar moet zijn?

Nadenken over het levenseinde kan ook blikverruimend werken. Dat merkte ik tijdens een gesprek met een groep cliënten waarbij we Kaartjes van betekenis gebruikten, die vragenkaartjes over leven en dood, rouw, verlies. Als je nadenkt over je levenseinde, wat vind je dan belangrijk om te doen, om aandacht aan te geven? Vanuit die blik wordt zichtbaar wat voor mensen echt van waarde is.

Ik denk nog steeds graag na over beleid. Daarom zit ik op m’n plek bij Valente. Op die positie ben ik graag bereid van alles te vinden. In gesprek met cliënten heb ik allang gemerkt dat vragen beter past. Daar is beleid even heel ver weg.’

Meer lezen? Je leest hier alle blogs over de stage van Esmé.