Column Burendag: niet meer alleen in de grote wereld
Jeff Wadt is het pseudoniem van een cliënt bij Riwis Zorg & Welzijn. Hij schrijft regelmatig blogs voor de maandelijkse nieuwsbrief BijRiwis. Speciaal voor Valente schreef hij een bijdrage voor Burendag 2020 (26 september).
“Dag buur,
Ik vond onlangs een leuke nieuwe baan, maar wel verder van huis. Zo is het ervan gekomen dat ik van het platteland naar de stad verhuisde. Van een plek met weinig huizen op veel grond kwam ik terecht op een plek met veel huizen op weinig grond. Het was behoorlijk wennen.
Zo was ik daar alleen in de grote wereld. Gelukkig werkte ik in een leuk team, een man of acht. Met enkelen kon ik het al gauw aardig vinden. Maar daarnaast wilde ik wat meer contact. Ik voelde dreiging van eenzaamheid. De mensen waren anders, vond ik. Wat meer volwassen, ze gingen wat meer hun eigen gang. Soms leek het harder of onverschilliger naar anderen. Ze roddelden ook wat minder over elkaar. Ze lieten elkaar meer met rust, meer vrij.
In de nieuwe buurt probeerde ik wat contact te maken. Ik kreeg het niet voor elkaar. Op het platteland werd je als nieuwe buur automatisch betrokken bij je andere buren. De gewoonte was dat je benaderd werd, dat werd als logisch gezien. In de stad heb je bijzonder veel buren om je heen, maar weinig contact. Zeker niet als je er weinig voor doet. En waar je in mijn oude omgeving mensen groette en vaak een praatje maakte, was dat hier nauwelijks aan de orde. Ik ging bij mezelf te rade. Hoe kom ik ertussen? Een club, een kerk, uitgaan? Dat was het voor mij allemaal nog niet.
Toen lag er post uit de buurt in de bus. Beter gezegd: een uitnodiging om lid te worden van de buurtapp. Dat leek zo gek niet. Ik werd lid en kon vanaf toen zien wat er zoal speelt in de buurt. Minpuntje is dat deelnemers soms niet leuk op elkaar reageren. Pluspunten zijn er veel meer. Mensen bieden hun diensten aan elkaar aan. Tijdens corona waren er heel wat buurtappleden bereid voor anderen de handen uit de mouwen te steken. Voor anderen die extra beperkt waren door de omstandigheden.
Ook bij allerlei andere klusjes en kleine dingen helpen mensen elkaar. Mocht je spaarzegeltjes over hebben van de supermarkt dan is er altijd wel iemand die je er blij mee kunt maken. En als je van tuinieren houdt en je hebt tijd over, dan zijn er genoeg mensen die je met je diensten blij kunt maken. En wil je graag wat schilderen? Dan is er wel een mogelijkheid je talent te ontwikkelen. Is je kat spoorloos of ben je je sleutels verloren; je zet het op de app. En vind je dat iets anders moet, dan kun je daar over overleggen. Daardoor ontmoet je mensen.
Af en toe wordt er een activiteit voor de buurt opgezet. Zoals een burendag. Misschien wel het meest interessante wat je met zo’n app kunt organiseren. Je moet er dan wel naartoe, dat is even een drempel nemen. Maar een goed moment om iemand die je wel van gezicht kent eens te spreken. Ik heb het nog niet gedaan. Het lijkt me een goed plan om binnenkort te doen.
Ik denk: als je mensen eenmaal echt ontmoet hebt, dan wordt het leuk om ze ergens tegen te komen. Dan volgt er wél een praatje.
Zo komt er dan een stukje van het platteland in de stad. Het stukje dat ik zoek.”