Dakloze arbeidsmigranten – onderzoek
In de coronacrisis hebben veel dakloze arbeidsmigranten een beroep gedaan op opvang. Door de crisis verloren zij hun werk en daarmee vaak hun onderdak. Onderzoeksinstituut IVO voert in samenwerking met hulpverleningsorganisaties Stichting Barka en De Regenboog Groep onderzoek uit naar Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten die dakloos zijn of zich op andere manier in een kwetsbare positie bevinden.
Eerste tussenrapportage
De onderzoekers hebben de eerste resultaten op basis van literatuuronderzoek en registraties gepubliceerd. Met dit onderzoek dragen ze bij aan oplossingsrichtingen voor preventie en het terugdringen van dakloosheid en verslaving onder Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten.
De meeste dakloze arbeidsmigranten komen uit Polen of Roemenië, zijn man en gemiddeld rond de 40 jaar oud. Geschat wordt dat er 2.500 tot 3.000 EU-arbeidsmigranten dakloos zijn. De route naar Nederland verloopt vaak via een informele weg, waarbij bijvoorbeeld in het thuisland werk wordt beloofd. Dit blijkt er bij aankomst in Nederland niet te zijn, met vaak directe dakloosheid als gevolg, zo lezen de onderzoekers terug in verslagen over cliënten van Barka en De Regenboog Groep. Er zijn in diverse gemeenten ervaringen met begeleiding van deze groep en het bieden van tijdelijke opvang in Nederland om zo iemand toe te leiden naar werk of naar het thuisland.
Een deel van de arbeidsmigranten dat geen perspectief heeft in Nederland, is niet of wisselend gemotiveerd om terug te keren naar het thuisland. Omdat meer kennis nodig is over werkzame elementen van verschillende vormen van ondersteuning interviewen de onderzoekers hen in het vervolg van dit onderzoek en gaan ze nader in op beweegredenen om wel of niet terug te willen keren. Ook zullen ze experts en ervaringsdeskundigen vragen naar hun ervaringen in de ondersteuning van arbeidsmigranten. Uit hun verhalen en ervaringen willen de onderzoekers lessen trekken voor preventieve maatregelen en verbetering van de situatie van arbeidsmigranten in kwetsbare posities. Het eindrapport van het IVO wordt eerste helft 2022 verwacht.