Spring naar content

De Wet verplichte GGZ voor cliënten beschermd wonen en maatschappelijke opvang

26 november 2019

Per 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingevoerd. De Wvggz vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). De nieuwe wet biedt handvatten om meer ambulant en preventief hulp te bieden aan mensen met geestelijke problemen die niet vrijwillig in zorg gaan. Uitgangspunt blijft dat iemand alleen na het oordeel van een rechter tegen zijn wil opgenomen kan worden.

Ambulante verplichte zorg
Een belangrijke verandering in de Wvggz ten opzichte van de Wet Bopz is dat verplichte zorg niet meer noodzakelijkerwijs in een GGZ-instelling hoeft plaats te vinden, maar ook op een polikliniek of aan huis kan worden gegeven. We spreken dan van ambulante verplichte zorg.
De polikliniek van een ziekenhuis en diverse woonzorgvormen vallen onder het begrip ‘ambulante setting’. De mogelijkheden voor het leveren van verplichte zorg verschillen per setting. Bepaalde handelingen kunnen in een RIBW wél mogelijk zijn, terwijl de handeling bij iemand thuis niet of minder goed mogelijk is. Denk aan het onderzoeken van een huis op drugs. De veiligheid is een belangrijke factor bij de overweging of bepaalde handelingen mogelijk zijn.

Locatieregister
Elke locatie waar gedwongen zorg wordt verleend, moet worden vastgelegd in het nieuwe, openbare locatieregister. Voor locaties die reeds een Bopz-aanmerking hebben geldt dat deze ambtshalve als accommodatie worden geregistreerd in het nieuwe register. De verantwoordelijkheid om zich correct te registreren ligt bij de zorgaanbieder zelf. Elke zorgaanbieder die voornemens is gedwongen zorg te leveren, dient de locatie(s) waar vanuit die zorg wordt geleverd te registreren in het openbare locatieregister. Hij geeft daarbij per locatie aan of sprake is van een accommodatie. Deze registratie moet zijn gerealiseerd voorafgaand aan een gedwongen opname of een opname op grond van een besluit van het CIZ.

Een aanbieder van opvang of beschermd wonen is niet verplicht om de locatie(s) te registreren als er geen verplichte of onvrijwillige zorg kan plaatsvinden. Registratie ligt wel voor de hand als nu ook al verplichte zorg wordt aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan de locaties waar forensische cliënten verblijven.

Voor ambulante zorg, bijvoorbeeld bij een betrokkene thuis of in een polikliniek, registreert de aanbieder de locatie van waaruit de zorg wordt verleend. Het thuisadres van een betrokkene zelf is nooit een locatie en hoeft dus niet geregistreerd te worden.

De locaties van zorgaanbieders moeten uiterlijk op het moment dat gedwongen zorg wordt verleend, correct in het locatieregister staan. Er kan dus afgewacht worden of dit in de toekomst nodig blijkt. Meer informatie over het locatieregister vindt u hier.

Voor zorgaanbieders die gedwongen zorg binnen of buiten een accommodatie willen toepassen zijn de reguliere eisen uit de Wvggz. Zorgaanbieders die gedwongen zorg willen toepassen buiten een accommodatie, dus ambulant, moeten aan aanvullende eisen voldoen. Deze aanvullende eisen staan beschreven in het Besluit zorg en dwang en het Besluit verplichte ggz, die op 5 juni 2019 zijn gepubliceerd. Deze besluiten zijn te vinden op www.dwangindezorg.nl. Daar vindt u ook de notitie ‘De betekenis van locatie en accommodatie’.

Ambulante zorg
De Wvggz en het bijbehorende besluit maken het mogelijk om de volgende vormen van verplichte zorg toe te passen in de ambulante setting:
A. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
B. beperken van de bewegingsvrijheid;
C. insluiten;
D. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
E. onderzoek aan kleding of lichaam;
F. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
G. controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
H. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder begrepen het gebruik van communicatiemiddelen.

Naar verwachting zal het toepassen van dwangmedicatie het meeste voorkomen.

Veiligheid
Er zijn allerhande partijen betrokken, maar de regie ligt bij de Officier van Justitie en de Geneesheer-Directeur. De rechter toetst op de zorgvuldigheid van de procedures.
Naast het criterium van ‘ernstig nadeel’ zijn tevens de vier principes -subsidiariteit, proportionaliteit, veiligheid en doelmatigheid- zeer van belang binnen de Wvggz. Hier dient tevens de impact op de vertrouwelijkheid van de eigen thuissituatie van de betrokkene te worden meegewogen.
Specifiek voor de afweging of de verplichte zorg ambulant geleverd zou kunnen worden, is het principe ‘veiligheid’ doorslaggevend. Hierbij gaat het zowel om de fysieke en emotionele veiligheid voor de betrokkene als die van de naastbetrokkenen en de hulpverleners.
De afwezigheid van fysiek verzet geldt als minimale voorwaarde voor het mogelijkerwijs kunnen toepassen van verplichte zorg in de ambulante setting.
De ambulante verplichte zorg kan ook op een polikliniek worden uitgevoerd. Dat kan voor zowel de cliënt als de MO-/BW-organisatie een betere oplossing zijn.
Als de verplichte zorg echt niet kan worden uitgevoerd in de woonomgeving van de cliënt of in een polikliniek, zal de rechter alles afwegende waarschijnlijk een besluit nemen in de richting van opname in een behandelkliniek. De geneesheer-directeur ziet er op toe dat de veiligheid gewaarborgd is.

Zorgmachtiging
Bij een zorgmachtiging zijn er meerdere ingangen mogelijk. Het traject kan worden gestart door een Officier van Justitie ambtshalve of op aanvraag van het college van Burgemeesters en Wethouders (op basis van een verkennend onderzoek), een Geneesheer-Directeur, een zorgverlener, een zorgaanbieder op grond van de Wet forensische zorg en een ambtenaar van de politie.
Een aanbieder van MO of BW kan dus ook zelf aanvrager van een zorgmachtiging zijn. Dat kan direct als aanbieder van forensische zorg of indirect via een melding bij de gemeente.
Iedereen kan krijgt de mogelijkheid om bij de gemeente een melding te doen als hij van mening is dat iemand (verplichte) psychische zorg nodig heeft. De gemeente moet die melding onderzoeken (verkennend onderzoek) en zo nodig het traject naar een ‘zorgmachtiging’ (de huidige Rechterlijke Machtiging) bij het OM in gang zetten. Ook moet de zorgverlener bij ontslag van een inwoner uit een gedwongen opname zorgdragen voor een warme overdracht aan de gemeente. De burgemeester behoudt een belangrijke rol bij een crisis, waarin hij op advies van een psychiater een (crisis)maatregel kan opleggen. Daarbij moet hij zo mogelijk de betrokkene horen.
Dwang in de zorg is een ultimum remedium en wordt alleen toegepast als het echt niet anders gaat. In een plan van aanpak kunnen afspraken worden gemaakt om verplichte zorg te voorkomen. Als er lichtere alternatieven zijn wordt daarvoor gekozen.
Er moet sprake zijn van ernstig nadeel of dreigen van ernstig nadeel wil men overgaan tot het aanvragen van een zorgmachtiging. Passende zorg is het uitgangspunt. De voorkeuren van de betrokkene die in de zorgkaart beschreven staan dienen vervolgens zoveel mogelijk gehonoreerd te worden in het zorgplan.
Bij een zorgmachtiging stelt de zorgverantwoordelijke in overleg met de betrokkene en eventueel de vertegenwoordiger een zorgplan op. Dit zorgplan benoemt onder andere welke vormen van verplichte zorg nodig zijn om het (dreigend) ernstig nadeel weg te nemen, voor welke duur en de achterliggende motivatie. De zorgverantwoordelijke weegt hier opnieuw af of verplichte zorg ambulant kan worden toegepast of dat betrokkene opgenomen moet worden. De zorgverantwoordelijke neemt op dit moment ook de wensen en voorkeuren van de betrokkene en diens naasten mee in zijn afweging.

Zorgverantwoordelijkheid
De zorgverantwoordelijke is onder andere de persoon die samen met de betrokkene het zorgplan opstelt (of daar regie op uitvoert) en verantwoordelijk is voor de uitvoering van de verplichte zorg. Dat zou een psychiater of psycholoog kunnen zijn die verbonden is aan een behandelinstelling. (Zie art. 4 van de regeling WvGGZ.)
De praktijk zal moeten uitwijzen hoe deze persoon de verantwoordelijkheid invult, maar hij of zij zal daarbij altijd samenwerken met andere bij de client betrokken professionals. Toestemming van de cliënt is hierbij voorwaarde.
De professionals van de MO- of BW- aanbieder waar de cliënt verblijft kunnen een belangrijke adviserende rol hebben bij het opstellen en de uitvoering van het zorgplan.
Mogelijk wordt er nu buiten het kader van de WvGGZ ook al samengewerkt met de zorgverantwoordelijke persoon en de behandelinstelling waaraan hij of zij verbonden is. Daarmee is het mogelijk minder ‘nieuw’ dan het op het eerste gezicht lijkt.
De zorgmachtiging is niet plaatsgebonden, maar cliëntvolgend. Als een cliënt tijdelijk elders verblijft moet de verplichte zorg daar ook gegeven worden. E.e.a. moet geregeld zijn in het zorgplan.
Alle betrokkenen zullen afspraken moeten maken voor de praktische invulling. Het zal ook afhankelijk zijn van de reden voor het verblijf elders. Opname in een algemeen ziekenhuis i.v.m. ernstige somatische problemen is iets heel anders dan een familiebezoek in een ander deel van het land.
Zorgaanbieders moeten nagaan of voldaan is aan de essentiële voorwaarden om terug te keren in de samenleving, als iemand ontslagen wordt uit de verplichte ggz.

Vertrouwenspersonen
De betrokkene en diens naasten hebben recht op een patiëntvertrouwenspersoon en familievertrouwenspersoon voor advies en bijstand, o.a. bij het opstellen van de benodigde documenten.
In de Wvggz worden ‘naastbetrokkenen’ omschreven als ‘de voor de continuïteit van zorg relevante familie en naasten’. Daarnaast wordt in de Wvggz meermaals gesproken over de familie, naasten en de vertegenwoordiger. 
Voor cliënten zonder (relevant) netwerk met familie en vrienden kan het lastig zijn iemand te vinden die de rol van ‘naaste’ op zich neemt.
Professionals zijn bij definitie geen familie en naaste.

Toezicht
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt toezicht en kan controles uitvoeren. Meer informatie over het toezicht vindt u hier.

Meer informatie
Veel informatie is te vinden op de website ‘dwang in de zorg
Daar vind je ook de presentatie over ‘Ambulante dwang onder de Wet verplichte GGZ’. In augustus is de ‘Handreiking ambulante verplichte zorg’ van de NVVP gepubliceerd.
Zie ook de speciale website van GGZ Nederland.
Toolkit bij Ypsilon

Contactpersoon voor dit onderwerp is Tonny van Hensbergen (tonny.vanhensbergen@valente.nl)