Doorbraak nodig bij vrouwenopvang om verstopping op te lossen
De vrouwenopvang signaleert al enkele jaren dat de druk op de vrouwenopvang te hoog is. Het meest recent in het najaar van 2019. Die signalen vormden voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de VNG de aanleiding om Regioplan onderzoek te laten uitvoeren naar de capaciteit van opvangplaatsen voor acute crisissituaties. Ook werd onderzocht in hoeverre de gemeenten zich houden aan onderlinge samenwerkingsafspraken uit 2016. Dit onderzoek is in de periode van december 2019-maart 2020 uitgevoerd, dus voor de coronacrisis.
Belangrijkste conclusies:
- Er bestaat veel druk op de opvangketen, zowel op de reguliere crisisplaatsen als op de opvangplaatsen voor acute crisissituaties. Die druk heeft in 2019 (en ook in 2018) geleid tot situaties waarin cliënten niet geplaatst konden worden op de daarvoor bestemde opvangplaatsen, en overgegaan moest worden tot zogenaamde alternatieve plaatsingen op voorbeeld een hotelbed of een plaats in een vakantiepark.
- Niet altijd is duidelijk geworden of en hoe er in geval van niet-plaatsing zicht is gehouden op de veiligheid van de cliënten, maar wel is duidelijk is geworden dat er betere en eenduidige afspraken gemaakt moeten worden tussen centrumgemeenten, opvanginstellingen en derden zoals Veilig Thuis over wie verantwoordelijk is voor de veiligheid van een cliënt in geval van een alternatieve plaatsing of een niet plaatsing.
- Het capaciteitstekort is mede veroorzaakt door de gebrekkige door- en uitstroom in de opvangketen als geheel en dat heeft deels weer te maken met autonome ontwikkelingen die buiten de sector liggen, zoals het landelijk tekort aan beschikbare woningen en geschikte en beschikbare hulpverlening.
De vrouwenopvang vindt het positief dat de signalen goed zijn onderzocht. We herkennen de uitkomsten, ze zijn een bevestiging van wat we signaleerden. We zijn geschrokken dat het inderdaad voorkomt dat cliënten uit beeld verdwijnen zonder zekerheid over de veiligheidssituatie. Het is goed dat nu inzichtelijk is geworden dat de samenwerking tussen gemeenten onderling verbeterd moet worden.
De vrouwenopvang sluit daarom aan bij de aanbevelingen van een onafhankelijke Europese commissie (GREVIO) die pleit voor een landelijk gecoördineerd en samenhangend beleid. Gemeenten kunnen hier zelf onderling ook het voortouw in nemen. De vrouwenopvang werkt hier graag aan mee. De vrouwenopvang is het ermee eens dat de registraties beter moeten en dat er standaardisering van definities nodig is. Door de coronacrisis is de druk op de opvang momenteel minder groot. We verwachten een stijging van de hulpvraag als maatregelen versoepelen. Er is nu actie nodig om daarop voorbereid te zijn. Dit vraagt om eveneens op een landelijk gecoördineerde actie.
Corona in de vrouwenopvang: ervaring van hulpverleners
Vorige week schreven we al hoe de coronacrisis de slachtoffers van huiselijk geweld dubbel treft. De vrouwen raken niet alleen huis en haard kwijt, ze komen vervolgens terecht in een omgeving waarin we niet op alle onderdelen de veiligheid kunnen garanderen die we zouden willen. De dreiging van fysiek geweld is afgenomen, maar over de gezondheidsrisico’s die ze lopen zijn wel onzeker.
In het NRC-artikel hierover kwamen onder andere twee hulpverleners van Sterk Huis aan het woord:
‘Het is moeilijk om nu regelingen te treffen tussen ouders over de omgang met hun kind’
Tanja van Stappershoef – Hulpverlener complexe scheidingen bij Sterk Huis
Nu de rechtbanken deels stil liggen, is het lastig om regelingen te treffen tussen ouders over de omgang met hun kind. Dat duurt normaal al maanden, maar nu worden deze zaken uitgesteld.
‘Het gevolg is dat een vader zijn kind niet kan zien en contact heeft via Facetime. Maar dat gaat soms moeilijk met een kind van twee en een moeder ernaast die de vader niet kan verdragen. Bij andere gezinnen hoopten de ouders van de rechter te horen dat ze vaker contact mochten hebben met hun kinderen, maar die uitspraken laten nu ook op zich wachten.
‘Ook voor jonge kinderen is deze periode heel lastig. Heb je na maanden het contact met een van de ouders eindelijk opgebouwd, kun je elkaar ineens niet meer zien. Dat is voor het kind traumatisch.
‘Toch zijn ouders creatief en vinden ze oplossingen. Zo liet een vader een bordspel langsbrengen, dat speelt hij nu op de telefoon met zijn kinderen. Een andere vader speelt online op de PlayStation spelletjes.’
‘We krijgen veel meldingen van mensen die nog niet bij ons bekend waren’
Ebru Arslan – maatschappelijk werker Sterk Huis – klantenbureau (doet klantencontact)
We krijgen heel veel meldingen van mensen die nog niet bij ons bekend waren. Aan de voordeur, via de chat en telefonische meldingen. De verscheidenheid is groot: van een dementerende man die verward raakte van zijn vaste begeleider, die opeens in een coronapak binnenkwam tot – heel recent nog – drie meiden die in handen van loverboys vielen. Die meiden zijn we gelukkig weer terecht.
‘Het is sinds corona moeilijk om een noodbed te vinden voor iemand in een andere regio. De deuren blijven dicht omdat andere gemeenten bang zijn voor een besmetting. Ook het opvangen bij opa’s en oma’s, wat normaal een veilige plek is, kan niet meer.
‘Het zou heel erg helpen als de scholen opengaan. Daar ervaren kinderen veiligheid en bovendien neemt de spanning thuis af. Maar dan verwachten we ook meer meldingen, vanuit de scholen. Dan zijn de blauwe plekken van het kindje tijdens gym weer zichtbaar en valt de moeder met de zonnebril op het schoolplein weer op.’