Doordecentralisatie BW uitgesteld
De invoering van het nieuwe verdeelmodel Beschermd Wonen en het woonplaatsbeginsel in de Wmo voor beschermd wonen zijn uitgesteld. De bedoeling was om het woonplaatsbeginsel per 1-1-2023 in te voeren. Dat is niet haalbaar schrijft staatssecretaris van Ooijen aan de Tweede Kamer.
De staatssecretaris laat weten dat door de lange duur van de formatie van het nieuwe kabinet het wetsvoorstel voor een woonplaatsbeginsel in de Wmo niet op tijd ingediend kon worden. Er zijn daarnaast aandachtspunten die uitgewerkt moeten worden, in samenhang met het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel. Welke aandachtspunten dat zijn is op dit moment niet bekend bij Valente. Het advies van de Raad van State wordt openbaar zodra het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. Naar verwachting zal dat rond de zomer zijn. Het Rijk, gemeenten en andere partijen gaan in overleg over de aandachtspunten die uitwerking vragen. Hierna wordt bezien in hoeverre bijstelling nodig is van de maatregelen in het kader van de transitie naar beschermd thuis en wat de gevolgen zijn voor het tijdpad. Of invoering in 2024 plaatsvindt is nog niet bekend dus.
Valente is positief over de keuze voor een zorgvuldig wetgevingstraject. Het invoeren van een woonplaatsbeginsel voor mensen met ernstige psychische aandoeningen, die beschermd wonen nodig hebben, is een ingrijpend proces voor de uitvoering. Gemeenten en aanbieders krijgen nu meer tijd voor voorbereiding van de uitvoering. Ook is Valente voorstander van een wettelijk verankerde regionale samenwerking in de Wmo voor beschermd wonen.
Regionale samenwerking en bovenregionale afspraken zijn onmisbaar om beschermd wonen te kunnen uitvoeren. Schaalgrootte is nodig voor het uitvoeren van beschermd wonen. Beschermd wonen voor ggz cliënten betreft maatwerkvoorzieningen voor een relatief kleine, complexe groep cliënten. De woonvoorzieningen voor beschermd wonen zijn schaars en kostbaar. Robuuste samenwerkingsverbanden zijn nodig voor de toegang, organiseren van de expertise, de uitvoering en voor het noodzakelijke palet aan woonvarianten en ambulante voorzieningen voor inloop, activering en begeleiding. Specifieke expertise en voldoende ambtelijke capaciteit zijn nodig voor het ontwikkelen van beleid voor beschermd wonen. Het beleid voor beschermd wonen hangt samen met onderwerpen als de aanpak van verward gedrag, de aanpak van dakloosheid, de regionale woon(zorg)visie, de openbare (geestelijke) gezondheidszorg, de jeugdzorg en het beleid van zorg & veiligheidsregio’s. Het betreft allemaal regionaal beleid waar afstemming en samenwerking vereist zijn om resultaat te boeken. Valente vindt dat regionale samenwerking van zodanig belang is voor de continuïteit en kwaliteit van beschermd wonen dat deze in de Wmo 2015 moet worden verankerd.