Geen tijd meer voor voornemens – vooruitblik Maarten Hijink op 2025
Eerder deze maand blikten we terug op wat we in 2024 bereikt hebben. In zijn eerste column van dit jaar blikt Valente directeur Maarten Hijink vooruit op 2025.
‘Half januari. De kurk gaat alweer van de fles, en het voornemen om eerder naar bed te gaan, is zelf in slaap gevallen. Overal in het land hangen de wilgen vol met goede voornemens van mensen die nu écht hun leven zouden beteren. Goede voornemens zijn ongemakkelijke vrienden: je kijkt uit naar hun komst, maar bent ze snel zat zodra ze er zijn.
Lang geleden nam ik een besluit dat wél werkt: nooit meer goede voornemens. Geen uitstel van actie tot januari, geen schuldgevoel in februari. Waarom wachten op een nieuw jaar om het goede te doen? Als je vandaag ziet wat fout gaat, kun je morgen beginnen met verandering.
De afgelopen drie maanden, sinds ik bij Valente begon, heb ik tientallen mensen ontmoet: zorgaanbieders, ervaringsdeskundigen, politici en ambtenaren. Eén ding werd me meteen duidelijk: iedereen wil het goede. Dakloosheid bestrijden, veilige opvang bieden aan vrouwen en kinderen, mensen helpen zelfstandig te wonen en weer mee te doen. Niemand die ik sprak wil het tegenovergestelde.
En toch. Toch belanden vrouwen die hun huis ontvluchten nog steeds in hotels omdat er geen opvangplaatsen zijn. Toch sterven mensen op straat aan onderkoeling of onbehandelde medische problemen. Toch raken steeds meer mensen dakloos, terwijl de acute woningnood voortduurt.
Hoe kan dat? Hoe kan het dat we allemaal zien wat er misgaat, maar oplossingen uitblijven? Misschien ben ik ongeduldig – dat staat eigenlijk wel vast – maar ik schrik ervan hoe normaal we deze situaties lijken te vinden. We hebben een Nationaal Actieplan Dakloosheid vol ambitie en goede oplossingen om dakloosheid te bestrijden. Maar waar blijft de uitvoering die het verschil maakt?
Het ontbreekt niet aan goede voornemens. We hebben actieplannen, werkagenda’s, regioplannen, overlegtafels en noodplannen. Papier genoeg. Maar wat zien de mensen voor wie dit bedoeld is – de dakloze mannen, vrouwen en kinderen – hier uiteindelijk van terug? Veel problemen hoeven we niet opnieuw te onderzoeken of evalueren. Wat nodig is, is actie.
Geen uitstel meer. Geen overlegtafels waar plannen worden gesmeed zonder de mensen waar het om gaat. Het liefst zou ik deze vrouwen, mannen en kinderen aan elke tafel uitnodigen, om te laten zien waar het écht over gaat. Dat monitoren, evalueren en onderzoek soms nuttig zijn, maar te vaak als uitstelmiddel worden gebruikt. We kunnen niet langer wachten. Niet voor de mensen die recht hebben op de beste zorg en begeleiding. Niet voor hen die nu geen thuis hebben. De mensen waar het om gaat kunnen niet langer wachten – en wij ook niet.’