Spring naar content

Hel, herstel, held | Marco: ‘De straten waar ik als verslaafde rondliep, zijn nu mijn werkveld’

27 januari 2025

Na een jeugd vol onzekerheid en verslaving belandde Marco op straat en in detentie. Een schietgebed en een bijzonder verhaal haalden hem van het randje van de afgrond. Nu deelt hij zélf zijn verhaal en werkt als hulpverlener voor mensen met psychische problemen en verslavingen in de stad waar hij vroeger rondzwierf.

Hel

‘Op mijn elfde begon ik met een fles wodka. Het was een soort zelfmedicatie.’ Marco groeide op in Barneveld, zijn ouders waren jong getrouwd. ‘Mijn moeder zei weleens dat ik een ongelukje was. Als grapje, maar zulke uitspraken doen iets met je. Ze raakten aan een gevoel van afwijzing dat ik mijn hele leven met me mee heb gedragen. Daarbij heb ik nooit bevestiging gehad van mijn vader, en ik had gevoel dat ik niet mezelf mocht zijn.’

Zijn vader dronk veel en werd agressief. ‘De politie kwam regelmatig bij ons thuis, en ik zat dan op mijn kamer te luisteren. Het was een onveilige situatie, en ik ging als jongetje op straat zoeken naar wat ik thuis miste. Op mijn elfde dronk ik mijn eerste wodka, en ik voelde me ineens zeker en fijn. Ik vond een nieuwe ‘veilige’ plek bij een groep jongeren, en al snel ging het elk weekend los. Je zou denken, Barneveld, een christelijk dorp, ons kent ons. Maar iederéén kent elkaar, en ook de mensen die gebruiken weten elkaar te vinden.’

Het huwelijk was slecht, ze gingen steeds uit elkaar; zijn vader ging weg en kwam dan na een tijdje weer terug. Hoe lang wist hij van tevoren niet. ‘Dat was voor mij als kind moeilijk te begrijpen. Ze hadden veel problemen, en hun knipperlichtrelatie duurde jaren totdat ze officieel scheidden, toen ik zestien, zeventien was.’

Op zijn twaalfde ging hij naar het voortgezet onderwijs in Amersfoort, een grote stad vergeleken met Barneveld. ‘Daar lag het voor het grijpen. Ik was nieuwsgierig, had boeken gelezen zoals dat van Christiane F., en het leek me allemaal erg spannend. Dus ging ik naar de coffeeshop en blowde voor het eerst. Het gevoel van saamhorigheid en stiekem doen trok me aan. Net als met alcohol was ik meteen verslaafd.’

Toen Marco een jaar of vijftien was, kwamen de eerste housefeesten in Nederland. ‘Daar ontdekte ik ecstasy en speed. Het gaf me in eerste instantie een geweldige ervaring, maar het versterkte uiteindelijk mijn onzekerheid. Ik kreeg psychotische klachten en werd achterdochtig.’ Op een van die feesten zag een vriend hoe slecht het met hem ging en gaf hem iets om rustig te worden. ‘Achteraf bleek dat heroïne te zijn. Het zag er onschuldig uit, maar vanaf dat moment ging het snel bergafwaarts. Op mijn twintigste was ik een zware heroïneverslaafde. Crack, methadon, en allerlei medicatie beheersten mijn leven. Ik raakte mijn baan kwijt, werd uit huis gezet, en kwam via opvangcentra zoals De Schakel in Beekbergen en een slaaphuis in Apeldoorn op straat terecht.’

Het straatleven in Apeldoorn was zwaar. ‘Het gemeentehuis van Apeldoorn, de balustrade aan de zijkant, dat was de verzamelplek voor verslaafden en alcoholisten. We zaten daar elke dag, rookten, dronken, en wachtten af wat de dag zou brengen. Die plek herinnert me aan de diepste dalen in mijn leven. Elke dag draaide om drugs, en om geld zien te regelen door diefstal, oplichting en dealen enzovoort.’ Af en toe werd hij opgepakt, alles bij elkaar opgeteld heeft Marco drie jaar gezeten en vijftien opnames gehad in verslavingsklinieken. Uiteindelijk zat hij tien maanden vast in een gevangenis met een van de strengste regimes van het land. Toen kwam er een keerpunt.

Herstel

Na zijn tijd in de gevangenis kreeg hij via zijn moeder een huis toegewezen in Barneveld. Dat ging op een bijzondere manier. ‘Zonder dat ik het wist, had mijn moeder jarenlang woningstichtingen aangeschreven. In die tijd moest je nog krantenknipsels verzamelen en opsturen om punten te sparen. Op een dag belde ze me op: “Marco, goed nieuws, je hebt een woning toegewezen gekregen.” Hij kreeg inrichtingsgeld en zijn schulden werden aangepakt. ‘Maar ondanks dat ik een appartement had, was ik nog steeds zwaar verslaafd en compleet de weg kwijt. Ik raakte in een isolement, kwam nauwelijks buiten. Ik had meerdere overdoses, maar overleefde het telkens net. Ik was psychotisch en zag overal complotten, en ik was suïcidaal.

Op een dag, terwijl ik op de bank zat met een pot slaappillen in mijn hand, riep ik impulsief: “God, als je bestaat, dan mag je me helpen.” Er gebeurde niets, geen engelen, zelfs geen bijzonder gevoel.’ Maar precies op dat moment ging de deurbel. ‘Dat was vreemd, want bijna niemand belde bij mij aan. En als er al iemand kwam, zoals dealers of andere gebruikers, dan belden ze altijd drie keer. Maar deze keer ging de bel maar één keer. Ik deed open en daar stond een onbekende man. Hij zei: “Hallo, ik ben Alex. Ik heb van je buren gehoord dat het niet goed met je gaat. Ik ben zelf twintig jaar verslaafd geweest. Hier is een folder met mijn verhaal en mijn telefoonnummer. Als je hulp wilt, moet je me bellen.” Verbaasd ging ik weer op de bank zitten, maar ik besloot hem te bellen. Alex kwam diezelfde dag, of misschien een dag later, langs met zijn vrouw.’ Ze luisterden naar zijn verhaal en bouwden in de weken daarna een vriendschap met hem op.

‘Na een paar maanden vroegen ze: “Ga je mee naar de kerk?” Ik moest keihard lachen. “Nee joh, niks voor mij,” zei ik. Maar uiteindelijk ging ik toch mee, eerst naar een evangelische gemeente. Dat vond ik vreselijk– al die halleluja-mensen en handgeklap, daar kon ik niet tegen.’

Het contact met Alex en zijn vrouw bleef, en later namen ze hem mee naar een conferentie in Apeldoorn. ‘Daar sprak een bekende evangelist, en hij bad met mensen die ziek waren of verslaafd. Op 31 mei 2003, ik weet het nog precies.’ Hij was sceptisch, maar Alex moedigde hem aan om naar voren te gaan. ‘Zo’n 2000-3000 mensen zitten je aan te kijken op dat podium, dat is best wel heftig als junk net uit een isolement. De evangelist begon te bidden en te schreeuwen, en ik dacht alleen maar: “Nou ja, baat het niet, dan schaadt het niet.”’

Die avond in bed voelde hij zich opmerkelijk rustig. ‘Ik dacht dat het door de drugs kwam en dat ik geen afkickverschijnselen had omdat die nog nawerkten. Maar de volgende ochtend voelde ik me nog steeds goed. Geen trek in drugs, geen ontwenningsverschijnselen. Vanaf dat moment heb ik nooit meer drugs aangeraakt.

Wel had ik later een zware terugval in alcohol. Ik denk dat ik het gebruikte als vervanging. Ik was onzeker, kwam vanuit de junkiewereld in een ‘normale’ maatschappij terecht, en werd geconfronteerd met alles wat ik jarenlang had weggestopt. Maar ook daarin heb ik iets van God ervaren. Ik deed een gebed en besloot mijn verslaving definitief los te laten.’

Het herstel ging daarna stap voor stap. Zijn huis werd opgeknapt met hulp van mensen uit de kerk, het zat vol schimmel en ongedierte. ‘Ik kocht een bijbel en Alex maakte me wegwijs in het lezen ervan. Samen met hem ging ik langs de deuren in mijn eigen straat om mijn verhaal te delen. Dat was leuk en bijzonder om te doen, later ging ik door zo’n beetje heel de Veluwe om bij wijze van een re-integratieproject mijn verhaal te vertellen.’

Re-integreren in de maatschappij was een enorme uitdaging. ‘Ik moest wennen aan werk, solliciteren, en me aanpassen aan het gewone leven, wat een baan op zich was. Bij een sollicitatie voor een functie in de beveiliging heb ik mijn verhaal verteld. De werkgever zei: “Ik neem je aan.” En zo begon mijn weg terug in de maatschappij.’ Zijn inmiddels versleten Bijbel gaat overal mee. ‘Hij zit vol met aantekeningen en herinneringen. Die teksten zijn als een leidraad door mijn leven geweest. Hoewel ik niet meer actief bij een kerk aangesloten ben, is mijn geloof nog steeds een belangrijk deel van mijn leven.’

Na drie jaar clean te zijn, ontmoette hij zijn vrouw, Christianne. ‘We zijn nu zo’n achttien jaar getrouwd en hebben een zoon van 12. Ik ben al bijna 22 jaar clean van de drugs, op die terugval in alcohol na. Terugkijken op mijn reis raakt me altijd, want ik ben van heel ver gekomen.’

Held

Zijn werk in de beveiliging gaf een gevoel van verantwoordelijkheid. ‘Maar het was geen gemakkelijke tijd. Ik was onzeker, moest leren omgaan met een computer terwijl ik al 35 was, en ik vond het werk erg saai.’

Naast zijn baan werd Marco vrijwillige preventiewerker bij Stichting Chris en Voorkom!, en na verloop van tijd kon hij er zijn baan van maken. ‘In die tijd had je daar nog geen diploma’s voor nodig. Ik stond tien jaar lang voor de klas, en dat werk heeft mij enorm veel gebracht in mijn herstel. Door mijn eigen verhaal te vertellen, hielp ik niet alleen anderen, maar ook mezelf. Ik waarschuwde kinderen voor de gevaren van drugs en kon mijn ervaringen op een positieve manier inzetten. Het gaf me een gevoel van eigenwaarde – een doel in mijn leven. Voor het eerst had alles wat ik had meegemaakt een nut. Ik vond plezier in wat ik deed en kreeg energie van de bevestiging die ik ontving van de kinderen en de docenten.’

Al bleef Marco worstelen met die oude onzekerheid. ‘Voor de klas voelde ik me als een vis in het water, zelfs als ik tegenover dertig pubers stond die niet wilden luisteren. Maar vergaderingen en situaties waarin ik mijn mening moest geven, vond ik ontzettend lastig. Vooral als er een coach achterin de klas zat die aantekeningen maakte, werd ik extreem zenuwachtig. Toch leerde ik met de tijd mezelf meer te accepteren. De positieve reacties van docenten en leerlingen lieten me zien dat ik op de goede weg zat.’

Na tien jaar bij de stichting kwamen er veranderingen in het management en de aanpak, en hij besloot dat het tijd was voor iets nieuws. ‘Via een contactpersoon kwam ik terecht bij het Leger des Heils, ondanks dat ik geen diploma’s had. Ze gaven me een kans, en ik begon aan een BBL-traject en haalde zo mijn MBO 4-diploma. Dat was een enorme bevestiging voor mij, vooral omdat ik vroeger nooit mijn middelbare school had afgemaakt.’

Hij werkte vijf jaar bij het Leger des Heils, een tijdje in de forensische verslavingszorg, en vond uiteindelijk zijn plek bij Stichting Ontmoeting. Eerst bij een forensische woongemeenschap en inmiddels bij de ambulante tak van Ontmoeting. ‘Het is bijzonder dat ik nu werk in het gebied waar ik vroeger vastliep. De straten waar ik als verslaafde rondliep, zijn nu mijn werkveld. Hier heb ik mijn dieptepunt meegemaakt, maar ook mijn bevrijding ervaren. Het voelt fantastisch om nu op deze plek anderen te helpen.’

Cliënten in de forensische zorg hebben niet zelden een verhaal waarin opgroeien met huiselijk geweld, trauma en andere psychische pijn de rode draad vormen. Ergens in detentie en zorg komt vaak een keerpunt – sommigen worden zelfs hulpverlener en zetten hun ervaring in als iets positiefs. In deze portretserie komen ex-gedetineerden in beeld: wat is het verhaal achter het strafblad? Wat hielp hen door hun slechtste momenten, en waar staan ze nu? ‘Hersteld’ is een lopend project.

Contact hierover?

Kim van de Wetering

communicatieadviseur

kim.vandewetering@valente.nl

06 46130039

Meer informatieover Kim van de Wetering

Tonny van Hensbergen

senior beleidsadviseur

tonny.vanhensbergen@valente.nl

06 15219060

Thema’s

forensische zorg

Meer informatieover Tonny van Hensbergen