Hervorming Jeugdzorg: gaan we minder dweilen met de kraan open?
Staatssecretaris van het ministerie van VWS, Maarten van Ooijen, kondigt een hervorming van het jeugdzorgstelsel aan die jeugdhulp een plek geeft in de context van het gezin. Valente is inhoudelijk positief over het initiatief.
Valente staat achter het realiseren van sterke samenhang van jeugdzorg en andere vormen van zorg en ondersteuning (aan ouders). Ondersteuning in de context van maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang in samenhang met gerichte hulp aan kinderen in deze kwetsbare gezinnen vormen een sterk fundament om de overdracht van de gezinsproblemen van generatie op generatie te doorbreken.
Maar jeugdhulp in de context van het gezin vraagt om meer hulp en ondersteuning voor de ouders in de kwetsbare situaties. Volwassenen die hun ouderrol door hun eigen problematiek niet kunnen invullen, moeten daar hulp voor krijgen zodat zij weer de beschermende rol voor hun kinderen kunnen oppakken. Gerichte keuzes zijn hierbij nodig; we denken dat flinke hervormingen nodig zijn om de juiste zorg op de juiste plek te realiseren. Valente roept Van Ooijen daarom op om verder door te pakken vanuit de inhoud. Het toekomstscenario bewerkstelligt vooral een organisatorische wijziging, terwijl de inhoudelijke wijziging nodig is. We zien in de toekomstige veiligheidsteams geen antwoord op de wijziging die nodig is. Als de achtergrond van de mensen met kennis over veiligheid in de jeugdbeschermingsketen blijft, dan blijft het risico groot dat een maatregelen zoals uithuisplaatsing een vanzelfsprekende optie blijft. Een ‘paradigmashift’ is nodig bij de jeugdhulp; met deze blik kijken naar de hulp en bescherming die nodig is voor kinderen die opgroeien in gezinnen waar onveiligheid speelt.
Om het verschil te maken moet de jeugdbescherming fundamenteel anders gaan werken. Als we expertise naar het begin van de keten brengen, kan erger worden voorkomen. Sterke lokale teams zijn nodig in een open setting met kennis van gezinnen, huiselijk geweld, armoede, verslaving, psychiatrie etc. In deze ‘open tafel voor veiligheid’ kan het lokaal team samenwerken met specialisten, ouders en Veilig Thuis. De opvoeding van de ouders wordt dan gesteund met hulp vanuit specifieke zorgprogramma’s (voor bijvoorbeeld scheidingsproblematiek, verstandelijke beperkingen, GGZ-problematiek) en met bijstand zoals een gezinsadvocaat en kindbehartiger.
Kortom: ouders versterken en massa verschuiven van Jeugdbescherming en Raad voor de Kinderbescherming naar lokale teams en zorgorganisaties voor kwetsbare gezinnen. Dan kunnen we stoppen met ‘dweilen met de kraan open’. De hervorming van Van Ooijen is daarbij een goed begin.