Inspirerend werkbezoek Hülya Kat, lid Tweede Kamer D66 en Diana van Loenen, wethouder Haarlem aan RIBW K/AM
De mogelijke invoering van het woonplaatsbeginsel is onderwerp van discussie. Brancheorganisaties Valente en de Nederlandse GGZ en ook cliëntenorganisatie MIND maken zich zorgen over de gevolgen voor cliënten en zorgaanbieders binnen de GGZ. Dit is de aanleiding voor het werkbezoek van Tweede Kamerlid Kat en wethouder Diana van Loenen van de gemeente Haarlem aan een Beschermd Wonen locatie van de GGZ-instelling RIBW K/AM.
Beschermd wonen
Het werkbezoek start met een gesprek met één van de bewoners die op deze beschermd wonen locatie van RIBW K/AM woont. Want contact met de mensen waar het om gaat en het bekijken van de woonplek is waardevol. In deze flat in een gewone wijk heeft iedere bewoner een eigen appartement met een keuken, woon-en slaapkamer. Er is ook één gezamenlijke ontmoetingsruimte en elke dag begeleiding. ’s Nachts is voor noodgevallen iemand bereikbaar. De cliënt vertelt over zijn zorgen, wat het wonen op deze locatie voor hem betekent en waarbij hij ondersteuning nodig heeft.
Activering
Tijdens het gesprek met de bewoner kwam aan bod hoe hij door de begeleiding wordt ondersteund bij zijn dagbesteding. Om bewoners te stimuleren vooral ook buiten de deur activiteiten te ondernemen, werken de begeleiders en trajectcoaches veel samen met buurthuizen. Voor de discussie over het woonplaatsbeginsel is om die reden een ruimte gereserveerd bij een buurtcentrum om de hoek.
Discussie woonplaatsbeginsel
Behalve Hülya Kat en Diana van Loenen sluiten onder meer Esmé Wiegman (directeur Valente) en bestuurder Evelien Bongers (RIBW K/AM) aan bij de discussie over het woonplaatsbeginsel.
Evelien trapt af met een korte toelichting op de verschillende vormen van begeleiding en ondersteuning die RIWB K/AM biedt: ‘We bieden beschermd wonen, maatschappelijke opvang, ambulante begeleiding en activering. We werken vanuit zo’n 30 woonlocaties in de kuststrook van Haarlemmermeer tot Castricum en daarnaast in Amstelveen.’
De discussie verloopt informatief én constructief. De financieringssystematiek is een uitdaging: hoe wordt het geld verdeeld over alle gemeenten? ‘Het is belangrijk dat alle gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en samenwerken om diverse vormen van huisvesting en begeleiding in de regio te organiseren’ aldus Esmé Wiegman. Diana van Loenen sluit daaropaan: ‘We maken afspraken met verschillende gemeenten en met corporaties: meer regie en handvatten zou helpen. ‘
Schrijnende situaties
In veel situaties is niet te achterhalen welke gemeente verantwoordelijk is voor een bepaalde cliënt: dat is schrijnend. Een grote groep cliënten kan niet snel genoeg uitstromen omdat ze wachten op een woning. Dit ligt deels aan de woningmarkt maar ook de bureaucratie rond het aanvraagbeleid is hardnekkig. Dan zie je het belang van een goede begeleiding. Zonder deze ondersteuning lukt het veel cliënten niet een andere woning te vinden.
Evelien Bongers geeft daarbij aan dat vaak het behoud van de verbinding met de wijk en opgebouwde contacten in de omgeving belangrijk zijn als je al jaren ergens (tijdelijk) hebt gewoond. Het gaat om de mens achter het dossier. Daarom is kennis en deskundigheid bij iedereen die betrokken is bij dit thema van belang. De oproep van Esmé Wiegman om met elkaar in gesprek te blijven wordt dan ook breed omarmd.
Meer weten over het woonplaatsbeginsel? Lees ons actuele dossier over dit onderwerp