Junior en senior bij Valente: ‘Leden verwachten misschien nog wel meer van ons dan vroeger’
Beleidsadviseur Rina Beers loopt al heel wat jaren mee in de organisatie, die in 2020 is voortgekomen uit een fusie tussen Federatie Opvang en RIBW Alliantie. Ze maakte zelfs LSTO nog mee, de rechtsvoorganger van de Federatie. Julia Hulshof is nog niet zo lang geleden aangetreden als projectsecretaris. Wat kunnen zij leren van elkaar en hoe kijken zij aan tegen hun vereniging?
Dit artikel verscheen eerder bij VM, het vakblad van De Nederlandse Associatie waar Valente lid is.
In dienst van de inhoud
Rina noemt zichzelf ‘een oud verenigingsmens’. Als beleidsadviseur maakt zij zich sterk voor de belangenbehartiging van de leden en voor de lobby richting de politiek. Met haar lange staat van dienst fungeert zij ook als een vraagbaak voor collega’s, die voor ‘van alles en nog wat’ bij haar mogen aankloppen.
Rina: ‘Onze vereniging is ooit opgericht om de krachten te bundelen en om een vuist te maken waar dat nodig is. Onze leden, en dan vooral hun medewerkers en cliënten, hebben te maken met ingewikkelde problemen in een weerbarstige praktijk. Alles wat wij doen als branchevereniging moet in dienst staan van die inhoud: de ondersteuning van mensen in een kwetsbare positie. Het draait niet om de wetten, het geld of de politiek, maar om hen.
Wij hanteren daarbij vaak een soort piepsysteem: als er een probleem wordt gesignaleerd, springen wij in het gat en gaan we aan de slag. Als de regels niet deugen en mensen komen in de knel, zorg dan dat de regels veranderen. Die ondernemingszin is kenmerkend voor Valente. Zij komt voort uit een maatschappelijke drive die na al die jaren nog springlevend is.’
Zoeken naar een optimale aansluiting
Waar Rina de constante verwoordt, spreekt Julia zich meer uit voor vernieuwing. Als projectsecretaris heeft zij een afwisselend takenpakket. Enerzijds ondersteunt zij de bestuurssecretaris bij organisatievragen, bijvoorbeeld op het gebied van governance, de lerende organisatie en de veranderende agenda 3.0. Anderzijds is zij ook trekker van een aantal interne projecten, zoals het Valente festival, procesmatig werken en de integratie van backoffice systemen.
‘Valente is inderdaad een inhoudelijk gedreven vereniging’, zegt Julia. ‘De cliënten en de maatschappelijke opgaven van onze leden staan centraal; die focus zit ingebakken in het DNA van de organisatie. Dat neemt niet weg dat ook onze organisatie in beweging is. Digitalisering neemt bijvoorbeeld een grote vlucht. Deze week introduceren we een nieuw digitaal platform, dat als vindplaats moet gaan dienen voor alle Valente-activiteiten. Zo zijn we structureel bezig om een optimale aansluiting te vinden bij onze hedendaagse leden. Dat is ook de achterliggende gedachte van de integratie van onze backoffice systemen. We willen meer inzicht in het gedrag en de betrokkenheid van onze leden. Wat hebben zij van ons nodig en op welke manier kunnen wij hun dat het beste aanbieden? Daar houd ik me veelal mee bezig.’
Hoge verwachtingen
Rina geeft toe dat ze soms weerstand voelt bij die nadruk op digitalisering: ‘Ik ben natuurlijk een mastodont, en dan ook nog behept met een alfabrein, dus enige weerzin kan ik niet ontkennen. Ondanks dat vind ik het wel een waardevolle ontwikkeling, omdat jonge mensen nu eenmaal op dit spoor zitten en daarin ook
zeer vasthoudend zijn.
‘Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat een branchevereniging veel meer is dan een aanjager van innovatie, zoals Verenigen 3.0 soms stelt. Die definitie deel ik niet. De vorm verandert allicht, maar leden vinden het nog steeds belangrijk om bij elkaar te komen en kennis te delen. Zij worden lid omdat zij hun eigen punt voor het voetlicht willen brengen. Of, wat ook wel eens voorkomt, omdat het lidmaatschap een voorwaarde is voor een aanbesteding. What’s in it for me: het is ook eigenbelang om je te verenigen. Onze leden verwachten misschien nog wel meer van ons dan vroeger, en daarin proberen we hun tegemoet te komen. Ik zie Valente dan ook als een huis met vele kamers, waarin leden zich om uiteenlopende redenen thuis kunnen voelen.’
Verschillende persoonlijkheden
‘Die duidelijkheid van Rina, daar kan ik nog veel van leren’, lacht Julia. ‘Onze persoonlijkheden zijn heel verschillend. Ik denk langer na voor ik iets zeg, en mijn
communicatie mag soms wel iets directer. In deze rolverdeling werken Rina en ik niet zoveel samen, maar ik vind het wel heel prettig dat ik kan terugvallen op haar kennis en ervaring, en ook haar historisch perspectief. Vorig jaar heb ik me bijvoorbeeld beziggehouden met de opheffing van de stichting van één van onze voorgangers. Dat was een heel ingewikkeld juridisch construct, maar Rina weet dan nog haarfijn te
vertellen hoe de vork in de steel zit.’
Rina, op haar beurt, bewondert de planmatige aanpak van Julia: ‘Ik gedij in chaos, maar het verenigingsbureau niet. Julia behoudt het overzicht over alle werkzaamheden en processen en komt dan met een heldere lijn en een scherpe analyse. Ik noem haar wel eens The Chief Whip van ons bureau, omdat zij niet alleen heldere verwachtingen schept, maar ons daarin ook bij de les houdt.’
Bijzondere dynamiek
Voor Valente blijft het ledencontact de hartslag van de vereniging. Voor Julia was dat één van de grootste ontdekkingen toen zij hier in dienst trad: ‘Hiervoor werkte ik bij een stichting en die stond eigenlijk los van de praktijk. Voor wie doe ik dit nu, vroeg ik me weleens af. Dat zal me hier niet gebeuren. Als wij iets vragen of organiseren, krijgen we doorgaans meteen feedback van onze leden. Zij zijn onze klanten, maar dan in de sociaal-maatschappelijke context. Vanwege die bijzondere dynamiek vind ik het ook zonde dat er maar zo weinig jonge mensen bij verenigingen werken. De uitdagingen zijn even groot als bij een commercieel bedrijf, maar hier kun je echt impact hebben op de samenleving.’
Rina is het roerend eens met haar collega: ‘Onze leden zijn wars van drukdoenerij. Zij trekken ook meteen aan de bel als wij iets doen wat niet in dienst staat van de inhoud. Samen met hen blijven we het stigma bestrijden dat mensen in een kwetsbare positie nog veel te vaak omringt. Wij maken die problemen zichtbaar, voeren een politieke lobby, zijn een vertrouwelijke sparringpartner voor bestuurders en ijveren voor hulp die aansluit bij wat mensen nodig hebben.
In onze missie hebben we daarom tien concrete doelen benoemd voor 2030. Dat hebben we ook gedaan op het gebied van onze organisatieontwikkeling. Die doelstellingen zijn zeker ambitieus. Het is misschien veilig om alleen maar haalbare zaken te formuleren, maar als vereniging willen wij méér voor onze leden en hun cliënten. Er moet echt iets gebeuren: die drive was altijd al leidend en dat is hij nog steeds.’
Dit artikel verscheen eerder bij VM, het vakblad van De Nederlandse Associatie waar Valente lid is.