Spring naar content

Lara Santos: ‘Rechtsbescherming dakloze mensen ernstig onder druk: recht hebben, betekent niet je recht krijgen’

18 juli 2024

Dakloze mensen krijgen maar met moeite een briefadres, de toegangscriteria voor opvang worden enorm strikt toegepast en er komen steeds meer ouders met kinderen op straat. Niet alleen zeer zorgelijk, maar ook vaak onwettig, zegt jurist Lara Santos van de Straatalliantie in Amsterdam.

Wat zijn vragen die je veel krijgt, dingen die je recent veel ziet?

‘We zien een tendens dat het steeds moeilijker wordt voor dakloze mensen om toegang te krijgen tot hulp en hun rechten te verwezenlijken. De problematiek is heel divers. Een voorbeeld is dat het verkrijgen van een briefadres op dit moment erg lastig is in Amsterdam, mensen krijgen er geen of met heel veel moeite. De gemeente en zorgorganisaties die het aanbieden kunnen de aanvragen niet aan, en het aanvraagproces werkt in de praktijk totaal niet. Het proces is heel complex, niet alleen mensen zelf komen niet door het proces heen, maar ook hulpverleners niet. Zo worden we veel gebeld door buurtteam medewerkers vanwege onduidelijkheden in het proces. Het is frappant dat het gemeente een proces heeft ontwikkeld dat zelfs niet wordt gesnapt door hulpverleners die door de gemeente worden betaald om mensen te ondersteunen in dat proces. Ook zien we dat mensen die zich moeten herinschrijven voor een briefadres maanden moeten wachten op een afspraak voor een herinschrijving. Je moet je daarbij bedenken dat álles afhangt van een briefadres: je kunt je rijbewijs en legitimatie niet aanvragen of verlengen, een bankrekening openen is onmogelijk, je komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening of de voedselbank, het maakt zoeken naar werk ingewikkelder, je kunt je niet inschrijven bij een huisarts en je bent niet verzekerd voor ziektekosten.

Verder zien we een forse toename van ouders met kinderen die dakloos zijn of dreigen te raken. Door de wooncrisis neemt dakloosheid enorm toe. Het is voor iederéén heel moeilijk om op korte termijn een betaalbare woning vinden. Dat betekent dat er ook meer toegang tot de opvang wordt gevraagd, terwijl er tegelijkertijd beperkte doorstroommogelijkheden zijn naar een eigen woning wat ook extra druk op de opvang oplevert. Steeds meer gezinnen worden uitgesloten van opvang. Deze moeten zichzelf dan maar zien te redden.’

Lara Santos in de deuropening van het Daklozenkantoor

‘Kinderen horen niet op straat’, daar zijn ook rechterlijke uitspraken over geweest. Toch is er niet altijd plek in de opvang?

‘Voor gezinnen heb je maatschappelijke opvang als je als niet-zelfredzaam wordt gezien. Voor de gezinnen in Amsterdam die wel ‘zelfredzaam’ zijn, is er noodopvang. In 2021 signaleerde de gemeente echter: de opvang wordt te vol, en het kost ons te veel geld. In plaats van de oorzaak van de toenemende dakloosheid op te lossen, werden de toegangscriteria strenger gemaakt. Daardoor vallen nu veel gezinnen tussen wal en schip.

Een voorbeeld van die strengere criteria: er wordt vereist dat je geregistreerd bent in Amsterdam  om in aanmerking te komen voor noodopvang, tot 2021 was dat twee jaar, nu vier jaar. [Red: Ook in andere gemeenten wordt die binding vaak geëist en zijn de criteria aangescherpt.] Als je korter dan vier jaar geleden uit een andere gemeente bent gekomen of vanuit een buitenland en je wordt gezien als zelfredzaam, kun je dus nergens terecht met je kinderen.

We hebben anderhalve maand geteld hoeveel gezinnen Straatalliantie heeft gezien in die periode. Dat waren 32 gezinnen met 54 kinderen. Van die gezinnen kon maar een zeer beperkt aantal in de opvang terecht en de rest moesten in hun eigen sociale netwerk overnachten. Er zijn dan zogezegd “geen gezinnen of kinderen op straat”. Maar daarmee is niet gezegd dat ze veilig zijn. Netwerk blijkt een ruim begrip te zijn en vaak gaat het om onbekenden, helaas is misbruik en uitbuiting geen uitzondering. Een tijd terug hadden we zo’n gezin dat niet in de opvang terecht kon, ze verdwenen in het netwerk. Vijf maanden later kwamen ze hier weer, omdat het kindje een zuigzoen in de nek had gekregen van de man bij wie ze mochten logeren. Uiteindelijk mogen ze dan wel in de opvang. Dit had voorkomen kunnen worden. In geval van dakloosheid of dreigende dakloosheid, zou onveiligheid of instabiliteit voor kinderen genoeg reden moeten zijn om ze op te vangen.’

Zie ook dit item dat AT5 maakte met onder meer Lara Santos.

Welke ontwikkeling zie jij specifiek als sociaal-juridisch dienstverlener?

‘Wij maken ons zorgen over het gebrek aan rechtsbescherming van dakloze mensen. We zien dat het hen zonder onze ondersteuning vaak niet lukt om hun recht te krijgen. Er worden onnodige drempels opgeworpen als ze zich melden bij het loket of er worden oneigenlijke voorwaarden gesteld. Er wordt om documenten gevraagd die nergens in de wet staan. Veel mensen krijgen niet eens een afspraak, die worden gewoon meteen weggestuurd: ga maar naar het buurteam. Ook is er veel willekeur; het is maar net wie je tegenover je treft.

Als het ze al is gelukt om een afspraak te krijgen en hun verhaal te doen, dan volgt er soms een mailtje met “wij kunnen jouw melding niet in behandeling nemen”. Dat is ook juridisch onjuist. Als er een melding wordt gedaan, ontstaat er een onderzoeksplicht voor de gemeente. Daar wordt met zo’n mailtje niet aan voldaan.

Collega van Lara aan de slag met een cliënt op het Daklozenkantoor

De mensen die wél een afspraak kunnen krijgen, worden vaak afgewezen voor de maatschappelijke opvang zonder dat ze een beschikking krijgen. Dat betekent dat ze niet worden gewezen op de mogelijkheid dat ze in bezwaar kunnen gaan, ze weten niet dat het überhaupt kan of binnen welke termijn. Mochten ze al weten dat ze in bezwaar kunnen en de weg weten te vinden naar iemand die ze daarbij helpt, dan kun je zonder beschikking überhaupt geen bezwaar aantekenen. Dat is een enorme schending van hun rechtsbescherming.

Een ander veelvoorkomend voorbeeld van juridische onjuistheid: tegen mensen die zich melden bij het loket met een vraag om maatschappelijke opvang, wordt gezegd: “Je kan alleen een aanvraag doen via webapp Trajectus, via een buurteam. Dan doet het buurteam eerst een vooronderzoek of de aanvraag zin heeft, en dan kunnen zij een aanvraag doen.” Op grond van art. 2.3.2. Wmo en artikel 2.1 lid 1 verordening Maatschappelijke Ondersteuning van gemeente Amsterdam is het doen van een melding voor maatschappelijke opvang vormvrij. Het mág met behulp van een buurteam bijvoorbeeld, maar dat is géén verplichting. Die extra stap die in het proces wordt toegevoegd van een vooronderzoek door het buurtteam, heeft ook geen basis in de wet. Als de gemeente al onjuiste voorwaarden toepast, hoe moet een dakloos persoon dan weten dat hij meer rechten heeft dan dat?’

Proces Wmo-aanvraag

Melding: Wie Wmo-hulp nodig heeft, meldt zich bij de gemeente. Dit hoeft níet de gemeente van herkomst te zijn; regiobinding eisen is onwettelijk. De melding is vormvrij. De gemeente moet de ontvangst van de melding bevestigen.

Onderzoeksplicht: Na een melding heeft de gemeente zes weken de tijd om onderzoek te doen naar welke Wmo-hulp nodig is.

Aanvraag: Zes weken na de melding mag je een aanvraag indienen voor een voorziening, ook als het onderzoek door de gemeente nog niet klaar is. (Eerder niet, dan is de aanvraag niet geldig.)

Beschikking: Na de indiening van de aanvraag moet de gemeente binnen twee weken een besluit nemen en dat schriftelijk meedelen. Deze beschikking is nodig om bezwaar te kunnen maken.

Bezwaar: Als je het niet eens bent met het besluit dan kun je hiertegen binnen zes weken bezwaar maken. Dit is gratis. De gemeente moet dan opnieuw kijken naar de beoordeling en het besluit. Als je het ook met het nieuwe besluit niet eens bent, dan kun je in beroep bij de rechter.

Ingebrekestelling: Als de gemeente zich niet aan de termijnen houdt, kan de burger een schriftelijke ingebrekestelling bij de gemeente indienen.

Wat is jouw aanpak als je ziet dat de wet onjuist wordt toegepast?

‘Als men blijft vasthouden aan onjuiste voorwaarden, vraag ik vaak: misschien heb ik iets gemist – is het beleid gewijzigd? Kun je mij wijzen waar het staat? Dan moeten ze het in de wet vinden en komen ze er zelf achter dat het niet klopt. Als dat niet werkt, gaan we het besluit juridisch aanvechten. Dat doen we zelf vanuit Straatalliantie, bijvoorbeeld in geval van bezwaarschriften, of we schakelen de hulp van een advocaat in als sprake is van een complex geval of bijstand van een advocaat vereist is.

Een paar maanden geleden meldde zich een moeder bij de Straatalliantie die met een kindje van drie jaar al een paar nachten in de auto sliep. Ze had zich meermaals bij de GGD gemeld met de vraag om noodopvang. Ze kon niet eens een afspraak krijgen, zelfs niet toen wij meegingen. Pas toen we het escaleerden naar senior medewerkers werd toegegeven dat de medewerker de voorwaarden onjuist had toegepast; de volgende dag kon de moeder zich met koffertje melden bij de noodopvang. Het is heel zorgelijk dat je moet escaleren voordat iemand zijn recht kan krijgen. Een afspraak had ze sowieso moeten krijgen.’

Gaat het alleen om onjuiste toepassing van de wet, of is er meer aan de hand?

‘Ik denk dat het onderliggende probleem is dat het systeem niet is uitgerust op de enorme toename van dakloosheid. Er wordt gewerkt vanuit schaarste, en de focus ligt op het managen van die schaarste in plaats van hulp verlenen. Dat leidt ertoe dat de toegangscriteria zeer streng worden toegepast en meer mensen worden uitgesloten. Als schaarste het probleem is, moet je dat bij de oorzaak oplossen.

Verder wordt vaak sec gekeken naar de concrete hulpvraag, zonder het grotere plaatje, en wetgeving wordt gebruikt als checklist. Het zijn niet eens meer toelatingscriteria, maar echt uitsluitingscriteria: is er een grond om deze persoon uit te sluiten? Het uitgangspunt zou moeten zijn: wat zijn de rechten en belangen van deze persoon en wat kunnen we doen om te helpen?

Werkplekken voor bezoekers van het Daklozenkantoor

Soms wordt er gedegen onderzoek gedaan en hebben mensen inderdaad geen aanspraak op een voorziening. Dan zou het mensen enorm helpen als er wordt gekeken naar wat er dan wel voor ze kan worden gedaan. Is er een andere organisatie die kan helpen? Maak dan ter plekke een afspraak voor deze persoon. Zorg voor een warme overdracht. Als je steeds van het kastje naar de muur wordt gestuurd, haak je af. Dan wordt de situatie uiteindelijk slechter.’

Is het een kwestie van bestaande wetgeving beter toepassen voor voldoende bescherming tegen dakloosheid – of moet er wettelijk ook een en ander worden verbeterd?

‘Ik denk dat het recht aangepast kan worden om dakloosheid te voorkomen. Recentelijk is er een uitspraak geweest dat gas-water-licht bij een betalingsachterstand niet mag worden afgesloten als er een kind op dat adres woont. Trek dat ook door naar huisuitzettingen. Als er een huurachterstand is en er woont een gezin op dat adres, verbied dan een huisuitzetting. En nog beter: verbied huisuitzettingen algeheel. Zo lang dit verbod er nog niet is: maak het verplicht om alternatieve huisvesting te verzorgen als een huisuitzetting niet voorkomen kan worden.

Urgentiecriteria zijn veel te streng; er worden meer mensen uitgesloten omdat er schaarste is. Mensen krijgen de meest vreemde verwijten tegengeworpen in afwijzingen. Bijvoorbeeld iemand die door seksueel misbruik zwanger is geraakt, kreeg tegengeworpen dat zij zelf ‘de te respecteren keuze had gemaakt’ voor gezinsuitbreiding zonder dat er adequate huisvesting was. Dat iemand zelfs tot aan de rechter moet gaan om dit te bevechten en zich in de rechtbank over zulke gevoelige, privé onderwerpen moet uitlaten, dat vind ik verwerpelijk. Het laat zien hoe hardvochtig met dakloze mensen wordt omgegaan.

Als iemand niet aan de voorwaarden voldoet voor urgentie, is er een beroep op de hardheidsclausule mogelijk waarmee in de meest schrijnende gevallen een uitzondering zou kunnen worden gemaakt. Op dit moment moet er in Amsterdam dan sprake zijn van een levensbedreigende situatie. Ik heb een dakloze moeder als cliënt gehad die vanuit haar jeugd verschrikkelijke trauma’s heeft. Vanwege haar trauma’s heeft ze suïcidale gedachten, dit werd bevestigd door haar psychiater. Ook daar was het antwoord: niet levensbedreigend. Wat is dan wél levensbedreigend? Dit is slechts  één voorbeeld, maar daar zijn nog wel meer van.

Zitplek naast de ingang van het Daklozenkantoor

En laat het zelfredzaamheidscriterium los. Iemand die dakloos is, is per definitie niet zelfredzaam. Het is met de huidige wooncrisis niet verwijtbaar dat mensen geen huis kunnen vinden. Dakloosheid is de meest ernstige schending van het mensenrecht op adequate huisvesting. Iedereen heeft recht op een dak boven het hoofd. Dat besef is er onvoldoende.’

Hoe is de bejegening van dakloze mensen die bij de gemeente of andere instanties aankloppen?

‘Er wordt heel erg slecht geluisterd, niet meegedacht in oplossingen en er is veel stigma. Een collega van mij was bij het daklozenloket met een vrouw die door de stress en een taalbarrière een vraag niet had gehoord. Toen is ze met handgeklap weggestuurd, als een hondje: hop, hop, ksst, ga maar weg, hier hebben we geen tijd voor. Dat is één voorbeeld. We hebben er veel meer en het is zo mensonterend. Er is onvoldoende besef dat dakloze mensen al met enorm veel schaamte lopen en het heel moeilijk vinden om hun hulp te vragen. Als ze dan ook nog zo behandeld worden, wordt de drempel alleen maar groter.’

Wat kunnen Valente en de zorgorganisaties die lid zijn doen voor een betere positie voor cliënten?

‘Zorg voor juiste en toegankelijke informatievoorziening, inclusief inzicht in rechten en plichten. Alleen als je weet waar je recht op hebt of welke hulp je kunt krijgen, is het mogelijk om stappen de juiste richting op te zetten.

Gebruik bijvoorbeeld de handreiking toegang Wmo van Valente

Het is erg belangrijk dat de instanties die de hulp verlenen de juiste kennis hebben. We zien dat er heel veel misinformatie rondgaat. Bijvoorbeeld tegen gezinnen waaraan vanuit de beste intenties worden gevraagd: “weet je wel zeker dat je wil aanmelden voor opvang? Er is het risico dat je kinderen bij je worden weggehaald als je dakloos bent.” Dat is juridisch gezien gewoon onjuist. Maar angst daarvoor zorgt dat dakloze ouders niet om hulp durven te vragen.

Luister Rina Weet Raad aflevering 8: Mag je kinderen in jeugdzorg plaatsen omdat de ouders dakloos zijn?

Daarnaast is het belangrijk dat mensen ook geholpen worden om hun recht te halen. Onafhankelijke cliëntondersteuners en sociaal-juridisch dienstverleners zijn belangrijk omdat zij dakloze mensen kunnen helpen hun weg te vinden in het stelsel van zorg- en ondersteuning, omdat zij kennis hebben van hoe de regelgeving in elkaar zit. Het is belangrijk dat leden investeren in juridische kennis. Ze mogen ook altijd bij Straatalliantie aankloppen in geval van vragen.’

En gemeenten, wat moeten die doen?

‘Dakloosheid wordt niet gezien als een probleem dat prioriteit heeft. Er is een advocaat die ook veel met dakloze mensen werkt en met wie wij veel samenwerken, Caroline de Groot. Zij zegt: “Dakloosheid is het nieuwe kinderopvangtoeslag-schandaal. Alleen weet het volk dat nog niet.”

Onze oproep aan gemeenten is: zet alles op alles wat je kunt doen om dakloosheid te voorkomen. Denk aan huisuitzettingen verbieden. Of als een huisuitzetting niet voorkomen kan worden, zorg voor een andere passende huisvesting. Zorg dat er voldoende betaalbare woningen zijn, of dat er binnen de huidige woonvoorraad meer oplossingen worden gevonden. Dus als eerste, zet alles op alles om dakloosheid te voorkomen.

Als mensen dan toch in die situatie belanden, is het heel erg belangrijk dat hun rechten en belangen het uitgangspunt zijn in elk gesprek met een gemeente. Toon inlevingsvermogen. En zorg voor de juiste kennis, onafhankelijke cliëntondersteuning en voor laagdrempelige juridische hulp, zodat mensen de toegang kunnen krijgen tot de hulp die ze nodig hebben, en dat hun rechtspositie wordt beschermd.’

Lara Santos begon haar carrière als advocaat aan de Zuidas, maar miste de aansluiting met de maatschappij. Ze werkt sinds juni 2023 als sociaal-juridisch dienstverlener bij de Straatalliantie in Amsterdam.

Onafhankelijke ondersteuning van dakloze mensen in Nederland

In de G4 en in sommige andere steden zijn er instanties zoals Straatalliantie (Den Haag: Straatconsulaat, Rotterdam: Pauluskerk, Utrecht: Stichting GOUD) waar dakloze mensen onafhankelijke informatie, advies en ondersteuning kunnen krijgen. Maar hoewel elke gemeente vanuit Wmo2015 verplicht is om onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar te maken, is er nog niet in elke gemeente een onafhankelijke organisatie als de Straatalliantie.

Contact hierover?

Kim van de Wetering

communicatieadviseur

kim.vandewetering@valente.nl

06 46130039

Meer informatieover Kim van de Wetering

Rina Beers

senior beleidsadviseur

Met pensioen

Thema’s

dakloosheid, wonen, wetgeving, toegang

Meer informatieover Rina Beers