Linda van den Brink: ‘Benut de sociale basis en de maatschappelijke ggz, schuif mensen niet meteen door naar de behandel-ggz’
In een werkveld met afgeschotte financieringen, multiproblematiek en talloze partijen met uiteenlopende belangen, kan het flink ingewikkeld zijn om focus te houden en soms ook nee te zeggen. Om meer focus aan te brengen in ons werk, formuleerden alle medewerkers van Valente een zogenaamd ‘Wildly Important Goal’ voor hun portefeuilles.
Vergelijk het met het doel dat Kennedy formuleerde voor NASA in 1961: voor het eind van dit decennium zetten we een man op de maan en laten we hem veilig terugkeren naar huis. De medewerkers van Valente vertellen wat zij belangrijk vinden en hoe ze daaraan werken. Dit keer is het woord aan Linda van den Brink. Linda werkt als bestuurssecretaris en coördinator van het basisnetwerk BW&B bij Valente. We interviewden haar over het Wildly Important Goal (WIG) vanuit Beschermd Wonen & Begeleiding:
Wildly Important Goal
In 2030 hebben mensen met een psychische kwetsbaarheid, net als iedere andere burger, dezelfde rechten en gelijke kansen om volwaardig mee te doen. Er vindt geen discriminatie of stigmatisering vanwege psychische problemen meer plaats.
Waar ben je mee bezig?
‘Mijn werk is heel divers, maar de rode draad is de vernieuwde positionering van beschermd wonen en begeleiding. Deze vernieuwde positionering noemen we de maatschappelijke ggz. Ik begeleid dat proces met de kerngroep en leden van het basisnetwerk Beschermd wonen en begeleiding. De positie van (voormalig) RIBW’s in het zorg- en sociaal domein is in de afgelopen decennia enorm verschoven. Veel meer van ‘achterhoedespeler’, gericht op cliënten die volgens de ggz ‘uitbehandeld’ zouden zijn, naar voorhoedespeler. Dus veel meer preventief werken, ambulant en in de wijk aanwezig zijn. Het werkveld maakt vanuit een netwerkgerichte aanpak verbinding tussen sociale basis en meer specialistische hulp, maar helpt ook het eigen netwerk van de client versterken. Daarbij is ook beschermd wonen nog noodzakelijk, voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen.
We hebben onze positionering vertaald in een zorgvisie, daar hangt ook mijn WIG mee samen. De randvoorwaarden hiervoor helpen creëren is een belangrijk doel in mijn werk.’
Hoe werk je aan je WIG?
‘In de netwerkbijeenkomsten die ik organiseer is altijd ruimte voor een inhoudelijk thema dat raakt aan onze positionering. De leden ontwikkelen zo steeds samen visie en standpunten, waar we dan vervolgens lobby op gaan organiseren. Juist door ook de voorbeelden uit de praktijken te horen hebben we dan goede argumenten.
Ik faciliteer ook visitaties, zodat leden bij elkaar een kijkje in de keuken nemen. Zo kun je elkaar ook weer een stapje verder helpen, want een organisatie moet de hele nieuwe positionering ook nog verwerken in de eigen strategie. Sommige leden zijn er al heel ver mee, sommige vinden het juist leuk om naar anderen te kijken en komen zo weer een stapje verder.
“Iedereen heeft een talent, een droom of een doel om voor te gaan. Iets wat het leven zin geeft, en betekenisvol maakt.”
Alles wat ik doe, doe ik vanuit onze zorgvisie. De zorgvisie start met de tekst: ‘Iedereen heeft een talent, een droom of een doel om voor te gaan. Iets wat het leven zin geeft, en betekenisvol maakt’. Dat sluit heel erg aan bij wat ik zelf belangrijk vind, dat je heel erg kijkt naar de mogelijkheden van mensen, naar wat wél kan. Dit kan bijvoorbeeld herstel, ontwikkeling, maar ook rust zijn. Dit vraagt om een brede samenwerking met onze partners.’
Wie zet je in? Met wie werk je samen om je WIG te behalen?
‘Valente maakt slimme verbindingen met deze partners, gebruikmakend van ieders expertise. We werken samen met partners als Sociaal Werk Nederland, MIND, de vakvereniging van ervaringsdeskundigen, de Nederlandse ggz, de VNG en Divosa. Maar ook met onze kennispartners, Phrenos en het Trimbos. Meer in het hier en nu betekent dit dat we met elkaar kijken naar hoe we deze beweging naar voorhoedespeler kunnen maken. Wat is hiervoor nodig?
Als je kijkt naar onze zorgvisie, waarbij cliënten veel meer eigen regie hebben, is juist ook de professional heel erg van belang. Eigen regie nemen vraagt soms wat meer loslaten, eigen kracht motiveren, maar soms juist weer veel nabijheid en steun. Van zorgen voor naar zorgen dat.
Een van de activiteiten die ik vanuit Valente trek is om de veranderende visie op het werk te vertalen in een kwaliteitsstandaard voor professionals in herstelondersteunende zorg. Hiermee faciliteren we de professionals. Deze kwaliteitsstandaard biedt houvast voor alle professionals die dagelijks deze ondersteuning leveren, al dan niet als ervaringsdeskundige, en beschrijft de professional en zijn bijdrage aan het herstelondersteunend leefklimaat van de cliënt. Bij het leveren van professionele herstelondersteunende zorg staan wijkgericht werken, participatie en ruimte voor diversiteit centraal. De kwaliteitsstandaard is er nu, een vervolgstap is de implementatie. Je ziet een mooie professionalisering, vaak gestoeld op inzichten vanuit positieve gezondheid en een krachtgerichte methodische benadering.
“Eigen regie nemen vraagt soms wat meer loslaten, eigen kracht motiveren, maar soms juist weer veel nabijheid en steun. Van zorgen voor naar zorgen dat.’’
Verder lever ik mijn bijdrage aan landelijke akkoorden, zoals het Integraal Zorgakkoord. Onze inzet is daar om echt integraal te kijken, en de omslag naar preventie en positieve gezondheid te maken. Je moet niet vanuit de curatieve zorg beginnen, maar vanuit het sociaal domein en de sociale basis. Sluit aan op wat er al is in de sociale basis in plaats van ‘de ggz naar de wijk’ te brengen. Benut daarin ook ons, de maatschappelijke ggz. Juist bij de maatschappelijke ggz zit de expertise om de brug tussen de gespecialiseerde ggz en het sociaal domein te slaan. En juist daar zit de kennis en kunde om te normaliseren, te destigmatiseren, te herstellen zonder ‘dokter’. Dat helpt ook bij het uitgangspunt ‘de juiste zorg, op het juiste moment, door de juiste professional’. Én de maatschappelijke ggz helpt bij het verminderen van de wachtlijsten in de gespecialiseerde ggz.
Op de plekken waarvan wij denken dat we invloed hebben en iets kunnen brengen, daar sluiten wij aan. Wij nemen in het IZA bijvoorbeeld deel aan de werkgroepen laagdrempelige steunpunten (o.a. herstelacademies) en mentale gezondheidsnetwerken.’
Wat staat er in de weg, wat maakt je werk moeilijk?
‘In mijn WIG gaat het feitelijk over de inclusieve samenleving. In een inclusieve samenleving heeft iedereen dezelfde rechten en dezelfde kansen om zelfstandig mee te doen op alle terreinen van het leven. Dat kan alleen als je rekening met elkaar houdt en geen drempels opwerpt voor de ander om mee te kunnen doen (vrije vertaling uit: VN Verdrag Handicap, door de Coalitie van Inclusie).
Je ziet in de praktijk dat deze drempels er wel zijn. Mensen met een psychische kwetsbaarheid hebben dezelfde rechten op wonen, werken, vrijetijdsbesteding, relaties, gezondheidszorg, enzovoort als anderen. Zij krijgen echter vaak te maken met stigmatisering, ze zijn niet welkom in een buurt. Een hele mooie quote vind ik: ‘Als ieder mens uniek is, kan stigma niet bestaan.’ Als we nu er eens vanuit gaan dat we allemaal uniek en kwetsbaar zijn, dan verdwijnen ‘wij’ en ‘zij’ wat meer naar de achtergrond. Dat zou ik graag willen.
Nog iets dat werken aan de WIG bemoeilijkt: er is geen andere portefeuille binnen Valente die zo versnipperd is over verschillende stelsels als beschermd wonen en begeleiding. Cliënten zitten in de Wmo, de Wlz en de Wet forensische zorg en dat voor een relatief kleine groep kwetsbare mensen die wel moeten doorstromen in die stelsels. Laten we het alsjeblieft beter organiseren, voor de mensen om wie het gaat. Het is nu gewoon te ingewikkeld.
Ik werd nog eens extra met de neus op de feiten gedrukt hoe complex de stelsels in elkaar steken toen ik de infographic ‘Beschermd en beleid wonen: maatschappelijke ggz en werken in de wijk’ maakte. Het is vrijwel onmogelijk vanwege de versnippering van de stelsels, de verschillende definities en monitors om deze doelgroep in beeld te krijgen. En als mij dit op macro niveau al niet lukt, hoe moet het dan voor de cliënt zijn om aan de juiste ondersteuning te komen?
“Laten we het alsjeblieft beter organiseren, voor de mensen om wie het gaat. Het is nu gewoon te ingewikkeld.”
Dat maakt dat domeinoverstijgende samenwerking voor mij een belangrijk thema is, evenals ontschotting van de financiering voor de langdurige zorg. Eén van onze leden kwam laatst met het idee om te komen tot één wet, een WLO, voor deze doelgroep. Dit ondersteun ik van harte. Een Wet Langdurige Ondersteuning, die kan ademen met de mate van psychische kwetsbaarheid. Ondersteuning die er soms wel is, en soms veel minder.’
Is je WIG wel haalbaar?
‘Je moet erin geloven! Dit is niet iets dat wij nú bedacht hebben, de beweging naar de voorkant van beschermd wonen en de regie naar de cliënt is al jaren gaande, dus het is niets nieuws. Iedereen wil deze beweging maken. Maar haalbaar gaat ook over meetbaar, wat ik wel lastig vind, want hoe weten en ‘meten’ we dat de cliënt ook echt de regie ervaart? Dat zit in verschillende dingen denk ik, de professionals in herstelondersteunende zorg speelt daarin een belangrijke rol. Het is laveren in wat nodig is en absoluut niet ‘zeggen wat een cliënt moet doen’. Ik heb ook hoge verwachtingen van het traject ‘Doelgroep in beeld’ dat nu binnen Valente loopt: hoe meten we cliëntwaardering.
Ik zie het niet zozeer als míjn WIG, maar als onze WIG, van het team en met de leden. Ik heb vooral een verbindende rol. Door het samen te doen is er veel draagvlak voor de strategische koers die we ingaan binnen Valente en de besluiten die we nemen. Daarom vind ik het werken bij een vereniging ook zo leuk, juist mét elkaar kun je veel bereiken. Met elkaar benutten we de kracht van de collectiviteit, en zo maken met elkaar meer impact.’
Linda van den Brink is bestuurssecretaris en coördinator van het basisnetwerk BW&B bij Valente. In dit interview ging ze in op de WIG voor BW&B. Over de WIG van Valente als trekker van vernieuwing in de sector vertelt ze op een ander moment meer vanuit haar rol als bestuurssecretaris. Van 1 april t/m 30 juni is Linda met verlof en zal Melanie Bosch haar waarnemen.
Lees ook:
Interview met Ineke Baas over het Wildly Important Goal voor de aanpak van dakloosheid
Interview met Essa Reijmers over het Wildly Important Goal voor de aanpak van huiselijk geweld
Al onze Wildly Important Goals vind je hier.