De nachtopvang bij Kwintes: niemand hoort op straat te slapen
Sinds januari 2020 zijn Federatie Opvang en RIBW Alliantie samen gegaan als Vereniging Valente, Branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang. Elke maand laten we iets zien van wat de vereniging en haar leden doen. Deze maand: dilemma’s in de nachtopvang bij Kwintes in Amersfoort.
In december publiceerde Valente (toen nog Federatie Opvang) haar onderzoek ‘Staat van de Nachtopvang’. Conclusie: er zijn grote veranderingen nodig om de opvang van dakloze mensen effectiever te maken. De traditionele nachtopvang, zoals die op veel plaatsen nog bestaat, waar mensen een bed voor de nacht hebben in een slaapruimte die zij delen met vier tot tien andere mensen, levert geen goede resultaten op. Er is vaak sprake van een troosteloos verblijf, zonder uitzicht op snelle verbetering van de situatie.
Respons voor dit onderzoek kwam bij de leden van Valente vandaan. Een van de lidorganisaties, Kwintes, ging voor hun blad Kwintes Magazine in gesprek met Sander Tjeerds, senior beleidsregisseur bij de gemeente Amersfoort en Mariëtte Rutjes, leidinggevende maatschappelijke en vrouwenopvang Kwintes.
Een passende plek
“Om mensen zo goed mogelijk te ondersteunen op het moment dat zij dat zelf en hun netwerk niet meer kunnen, werken we met partners aan een ‘ondersteuningscontinuüm’. Dit betekent dat we zowel maatregelen nemen rond preventie, het signaleren en toeleiden, maar ook kijken naar passende plekken voor opvang, hulp en ondersteuning”, zegt Sander Tjeerds.
“De gemeente en de regio Amersfoort vinden het belangrijk dat niemand tegen zijn wil op straat slaapt. Eind 2016 is daarom met Kwintes een extra opvangplek geopend op het terrein van Zon & Schild, locatie Amergaard. Deze tijdelijke uitbreiding voorziet tot uiterlijk 1 juli 2019. Maar in plaats van veel nachtopvang willen we eigenlijk liever zoveel mogelijk voorkómen dat mensen opvang nodig hebben, en er ook snel weer uit weg kunnen naar een passende plek om te blijven wonen, zo nodig met hulp of begeleiding.”
Dak- en thuisloosheid voorkomen
“Ten eerste werken we aan preventie. Zoals ik zei willen we dak- en thuisloosheid voorkomen. We hebben samenwerkingsafspraken met woningcorporaties, wijkteams, Stadsring 51 en de GGD over het vroeg signaleren en aanpakken van huurachterstanden tot de uiterste inspanning om een huisuitzetting te voorkomen bij huishoudens waar sprake is van meervoudige problematiek in combinatie met huurschulden.
Bovendien is het op tijd signaleren van mensen die in de problemen dreigen te raken belangrijk. Bijvoorbeeld als iemand zich zorgen om een ander maakt omdat diegene overlast veroorzaakt, maar die persoon zelf geen hulpvraag wil, durft of kan stellen. Een vraag is dan hoe deze persoon toch gemotiveerd wordt om hulp te vragen en te krijgen. Met betrokken partijen werken we aan het aanscherpen van de samenwerkingsafspraken hierover. We hopen dat mensen zo tijdig ondersteuning krijgen, voordat alles al zo ernstig is dat ze dakloos dreigen te raken.”
Mariëtte Rutjes, leidinggevende maatschappelijke- en vrouwenopvang: “We hebben nu situaties van mensen en gezinnen die al op straat staan. Dat is te laat. Daar kun je bijna niet preventief mee omgaan. Daarbij is de opvang van gezinnen ingewikkeld. Kwintes kan bij dreigende woonuitzetting het beheer van de woning overnemen (de ‘omklapconstructie’), waarbij de voorwaarde is dat de bewoner budgetbeheer accepteert.”
Snellere doorstroom
Tjeerds: “In de tweede plaats maken we afspraken over de begeleiding in de opvang. Met de opvanginstellingen werken wij aan afspraken over op welke manier mensen sneller naar een voor hen geschikte plek kunnen worden geleid zodat zij zo kort mogelijk in de dag- en nachtopvang hoeven te verblijven. Dit door meer aandacht te besteden aan de toeleiding vlak na melding bij de opvang.”
Mariëtte: “Dit betekent dat we direct kijken naar de mogelijkheden buíten de opvang. We vragen meer door over de situatie; wat er is gebeurd waardoor het thuis niet meer lukt. Met als doel bepalen waar de ondersteuning op de juiste plek is. Zo kreeg een man die binnenkwam bij de dag- en nachtopvang een meer passende plek in een beschermd wonen locatie. 24/7 thuisbegeleiding kan voor sommige mensen ook een oplossing zijn.” Tjeerds: “Het is belangrijk dat mensen zo snel mogelijk passende ondersteuning krijgen gericht op herstel van zelfredzaamheid en uitstroom naar een passende plek. Eind vorig jaar is daarom tijdelijk extra begeleiding ingezet in de dag- en nachtopvang. Dit was onder andere nodig voor het opstellen van trajectplannen voor de mensen die in de opvang verblijven.”
Kansen in de samenwerking
“Een goede samenwerking is noodzakelijk om de mogelijkheden voor het bevorderen van doorstroom in beeld te hebben en te benutten. Dit vraagt van betrokkenen dat zij elkaar goed informeren over wat er gaande is.” Mariëtte: “In de samenwerking liggen bovendien kansen in het delen van specifieke kennis. De Tussenvoorziening is bijvoorbeeld expert op het gebied van prostitutie Zij kunnen op het gebied van voorlichting een actieve rol innemen.”
Een door de gemeente geïnitieerd structureel overleg met onder meer Kwintes, Jellinek, het Leger des Heils, wijkteams, de politie en de straatadvocaat heeft als doel om ontwikkelingen en signalen te bespreken. Dit om de samenwerking in de keten te versterken en waar mogelijk snel actie te ondernemen. Mariëtte: “We bespreken ook hoe we snel kunnen zorgen voor een vervolgplek. Eén van de resultaten is de flink ingekorte route voor alcoholverslaafde daklozen van de nachtopvang naar de verslavingsopvang.”
Andere woonvormen creëren
Tjeerds: “Ten derde zoeken we naar passende vervolgplekken of meer ambulante mogelijkheden voor specifieke groepen in de maatschappelijke opvang om de uitstroom uit de dag- en nachtopvang te bevorderen. Het gaat ook om het realiseren van meer gerichte inzet van de bestaande opvangcapaciteit door diversiteit te creëren.
Op dit moment loopt een pilot Housing First in Amersfoort. Via dit project krijgen mensen met langdurige en complexe problematiek, waaronder (langdurig) dak- en thuisloosheid, de kans om met begeleiding in een woning te wonen en van daaruit te werken aan herstel. Daarnaast werken we aan het realiseren van opstartplekken voor jongvolwassenen. Zo wordt geprobeerd bij te dragen aan het voorkomen dat jongvolwassenen moeten verblijven in de reguliere dag- en nachtopvang.”
Knelpunten onderweg
“De uitstroom uit de opvang wordt bemoeilijkt als er niet voldoende aanbod is van geschikte, betaalbare huurwoningen. Recent heeft een groot aantal partijen (woningcorporaties, zorg- en welzijnspartijen, wijkteam Amersfoort en gemeente) een statement ondertekend over hun gezamenlijke inzet voor huisvesting en zorg voor kwetsbare groepen. Een ander aandachtspunt is dat we beter zicht willen op wie gebruik maken van de opvangvoorzieningen en wat zij nodig hebben om te werken aan herstel. Zo zien we ook eerder waar we preventief nog dingen missen of welk soort plekken we nodig hebben. We bespreken dit ook met de opvangorganisaties.”
Mariëtte: “In de opvang hebben we te maken met ingewikkelde dilemma’s. We hebben bijvoorbeeld een verslaafde vrouw met geld- en woonproblemen die na aanmelding op nummer vier van de woningwachtlijst staat, en dat is heel hoog. Maar ze weigert – vanwege de voorwaarde om in budgetbeheer te gaan. Als deze mevrouw niet wil, hoe doen we het dan? Wij moeten nog steeds opvang voor haar regelen. We mogen haar niet op straat zetten. Ook dit soort vragen moeten we samen oplossen. Door samenwerking bereiken we meer.”
Dit interview verscheen eerder in Kwintes Magazine
Lees ook in deze serie:
Ook in de artikelserie Leden in beeld:
Het Open Huis in Haarlem: ‘Hier ben ik voor het eerst weer mens geworden’
Jules van Dam: ‘We moeten radicaal voor Housing First kiezen’
Wooncirkels: wonen in de wijk, met altijd zorg dichtbij
Veerkracht in de opvang: ‘Kinderen hebben het recht hun stem te laten horen’
Ageeth kwam bij Perspektief: ‘Ik wil graag weer leven’
De nachtopvang bij Kwintes: Niemand hoort op straat te slapen
Artie van Tuijn over herstel: ‘De gedachte “ik wil die troep niet meer” begrijp ik al te best’
Werken in de forensische zorg: ‘Kleine jongetjes met een hele grote mond’