Over slachtoffer, daders en veiligheid: Babylonische spraakverwarring tussen hulpverleners en de politie
Op vrijdag 26 november sprak prof. dr. Janine Janssen haar oratie uit bij de Open Universiteit, waar ze bijzonder hoogleraar rechtsantropologie is. Esmé Wiegman, directeur van Valente, was een van de sprekers op de bijeenkomst rond deze rede. Deze blog is een bewerking van de lezing die Esmé Wiegman daar voordroeg.
‘Toen ik de uitnodiging kreeg om te spreken op dit symposium, was ik direct enthousiast over de titel van het symposium: voorbij Babylon; taal en samenwerking. Ik heb na mijn middelbare schooltijd Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd. Het oerverhaal over de Toren van Babel spreekt tot de verbeelding. Mijn docent taalkunde in die tijd vond de toren van Babel de beste verklaring voor het bestaan van zoveel talen. Elk mens heeft een vermogen om een taal te leren; welke taal dat zal zijn, wordt bepaald door de omgeving waarin hij opgroeit.
Naast mijn werk voor Valente doe ik op dit moment een deeltijd-studie Theologie. Theologisch gezien is het verhaal van de Toren van Babel ook geweldig interessant.
Het initiatief om deze toren te bouwen had een nadrukkelijk veiligheidsmotief. Er zat ook een eergevoelig dingetje aan vast: mensen wilden voor zichzelf een naam maken, onafhankelijk zijn. De inzet van technologie en hun onderlinge verbondenheid versterkten het vertrouwen in eigen capaciteiten en ambities. Krachtig en slim, zou je kunnen zeggen. Tegelijk leverde deze werkwijze een eenzijdige blik op, naar binnen en naar boven gekeerd, gericht op het bereiken van de top. Het oerverhaal van Babel is eigenlijk nog steeds heel herkenbaar in onze samenleving.
Babel is het Hebreeuwse woord voor verwarring; en verwarrend kan het zijn in de aanpak van huiselijk en eergerelateerd geweld. De verschillende professionals die vanuit verschillende professionele achtergronden op dit terrein werkzaam zijn, spreken verschillende talen. Verwarrend is wie wie is. Wie is slachtoffer? Wie is dader? Verwarrend is ook wat wat is. Wat is schuld en wat is schaamte? Wat is zorg en wat is straf? En het is verwarrend wat we met veiligheid bedoelen.
Wie is wie
In de aanpak van huiselijk en eergerelateerd geweld is de eerste neiging er simpelweg van uit te gaan dat er een dader is en dat er een slachtoffer is, of meerdere slachtoffers zoals kinderen die deel uitmaken van een gezin. In werkelijkheid is het vaak een ingewikkelde kluwen. De pleger blijkt zelf ook slachtoffer te zijn of te zijn geweest van geweld. Het slachtoffer kan eraan bijgedragen hebben om gewelddadige patronen in stand te houden.
In de hulpverlening wordt gewerkt met het opstellen van een gezinsprofiel. De hulpverlening is systeemgericht, niet enkel gericht op het individu. Als het gaat om intieme terreur zijn er verschillen in kennis en bewustzijn bij vrouwenopvang, Veilig Thuis en politie. Het is van grote waarde om dit bij elkaar te brengen.
Ik moet denken aan het drieplanetenmodel dat professor Marianne Hester heeft geïntroduceerd in haar theorie over huiselijk geweld. Op de planeet van huiselijk geweld is opvang, politie en er is strafrecht. Op de planeet van het kinderwelzijn draait het allemaal om het kind. De gewelddadige vader is buiten beeld. De moeder is op die planeet ongeschikt om het kind te beschermen en te geven wat nodig is. En dan is er de planeet van de rechtspraak en het familierecht, waar allerlei soorten professionals op lopen. Op deze planeet worden volop kansen gezien om gezinsleden weer bij elkaar te brengen in situaties waar iets aan de hand is. Op deze planeet is weinig besef hoe huiselijk geweld werkt.
Er wordt tussen deze planeten gehopt en het ligt er maar net aan op welke planeet je zit hoe de situatie beoordeeld wordt en hoe erover gesproken wordt. In dat hoppen tussen de planeten is het risico groot dat je in een zwart gat valt. Daardoor is de kans groot dat betrokkenen allerlei mechanismen ontwikkelen om op een of andere manier te overleven. Dat overlevingsgedrag wekt vaak op z’n minst een verwarrende indruk bij buitenstaanders en kan leiden tot verkeerde conclusies: het geweld valt vast mee; ze zijn nog steeds bij elkaar; ik zag ze laatst nog samen over straat lopen.
In het ontrafelen van wie is wie is inzicht nodig, het werkelijk begrijpen van de situatie en van daaruit dingen kunnen verklaren. Hoe mooi is het als de planeten elkaar gaan overlappen, als de verschillende perspectieven en benaderingen bij elkaar komen, in plaats van dat elke planeet zijn eigen toren van Babel maakt, waar mensen een naam maken met hun eigen expertise en met alle goede bedoelingen die gericht zijn op veiligheid. In plaats van een Toren van Babel krijg je dan een Towerbridge.
Wat is wat
In het ontrafelen van het wat is wat bij huiselijk en eergerelateerd geweld bevinden we ons in een kluwen van schuld en schaamte, van zorg en straf. In de benadering en ontrafeling van de kluwen is het belangrijk de systeemkant van het verhaal in beeld te houden. Het vraagt om gender- en cultuursensitief werken. Het vraagt maatwerk om het uiteindelijke doel te bereiken dat het geweld stopt en er gewerkt kan worden aan herstel. Daar gaat het uiteindelijk om. In dat systeemgericht werken is aandacht voor trauma, is aandacht voor de aanpak van de pleger. Op dit punt is het ontzettend belangrijk samen op te trekken als vrouwenopvang, Veilig Thuis en politie, om gezamenlijk systemisch te kijken. Voor we het weten schieten we in onze eigen reflexen en conclusies: raakt de traumakant uit beeld, gaan we over tot het seponeren van de zaak en kiezen we voor het vrijwillig kader. In Nederland is er vaak te veel aandacht voor het recht van de vader op omgang met de kinderen en worden de risico’s voor moeder en kinderen niet altijd voldoende meegenomen.
Veiligheid
En dan de vraag wat veiligheid betekent. Dat heeft alles te maken met hoe je kijkt: wat zie je van buiten en wat speelt zich aan de binnenkant van mensen af? Veiligheid heeft een harde kant en een zachte kant. Beide kanten verdienen aandacht.
Ik ben steeds weer geraakt en ondersteboven van hoe trauma tot een verstoord gevoel van veiligheid leidt bij slachtoffers. Dan hoor ik over situaties en denk ik: hoe heb je het zover laten komen? Waarom heb je niet eerder aan de bel getrokken?
Vaak onder invloed van de omgeving of van de pleger worden door het slachtoffer de risico’s onderschat. Het slachtoffer heeft vaak iets weg van een kikker in een pan met water die op het vuur staat en langzaam steeds heter wordt. De kikker springt er niet op tijd uit… De omgeving ziet zo veel dingen niet of wil het niet zien, omdat het soms te gruwelijk is om aan te zien. Omdat het soms niet voorstelbaar is. En dan het oppervlakkige kijken en oordelen: een vrouw met uitdagende kleding vraagt ergens om.
Ook in het vraagstuk van veiligheid gaat het om gezamenlijk inzicht, gezamenlijk begrijpen en gezamenlijk verklaren. Laat daarin de veelkleurigheid van de taal van veiligheid maar doorklinken. We gebruiken het woord ‘veiligheid’ zo gemakkelijk. Maar wat bedoelen we er eigenlijk mee?
Uiteindelijk willen we naar een situatie van echte veiligheid, waarin mensen in de eerste plaats veilig zijn bij zichzelf.
De tijd na Babel
We leven in de tijd na Babel. We zijn met elkaar al volop aan het ontdekken hoe verrijkend het is om samen te werken en elkaars taal te leren verstaan. Dat maakt het perspectief op wat goed en nodig is zoveel wijder en dieper. In die wijde blik gaan we nog meer samenwerkingspartners zien, die ook weer hun eigen werkwijze, taal en perspectief hebben, zoals die van de gemeenten.
Ik hoop dat we de ergste verwarring en frustratie van het niet meer dezelfde taal spreken van ons af hebben geschud. Ik hoop dat we ons inmiddels realiseren dat het leven in en om die toren zijn beperkingen had. Onze blik was te eenzijdig en onze taal te beperkt. We zijn gedwongen om onze blik te verbreden en eropuit te trekken. We dachten misschien dat de taalverwarring een vloek is, omdat we elkaar niet vanzelfsprekend verstaan. Maar meertaligheid is een ‘zegen’, om het theologisch te zeggen. Omdat wel elkaars kennis en ervaring nodig hebben.
Ik verwacht dat Janine een mooie bijdrage gaat leveren. Met wie zij is, met haar kennis en ervaring, kan ze bijdragen aan goede verbindingen. Ze spreekt meerdere talen en is in staat vanuit haar functie meer mensen meertalig te maken. Vanuit de gezamenlijke overtuiging dat we alleen samen er voor kunnen zorgen dat geweld stopt.’
Over Janine Janssen
Prof. dr. Janine Janssen is bijzonder hoogleraar Rechtsantropologie aan de OU en naast haar rol als lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties bij Avans ook verbonden aan de Politieacademie. Zij is tevens hoofd onderzoek van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld van de nationale politie. Politieprofessionals die met bijvoorbeeld huiselijk geweld, eergerelateerd geweld of mensenhandel te maken krijgen, komen voor uitdagingen staan. Janssen onderzoekt hoe de deskundigheid van professionals vergroot kan worden bij de aanpak van deze typen geweld.