Reactie Valente op eindrapportage sociaal minimum
De Commissie sociaal minimum heeft haar eindrapport gepubliceerd over de toekomstbestendigheid van het sociaal minimum: Een Zeker Bestaan.
We zijn erg blij om te zien dat de knelpunten waar cliënten tegenaan lopen eindelijk gehoord worden. Met name het verschil tussen gemeenten is een groot knelpunt gebleken. Cliënten in de ene gemeente krijgen bij uitstroom uit de opvang bijzondere bijstand als gift en in de andere gemeente als lening, waardoor mensen direct weer met een nieuwe schuld starten.
We zijn blij dat het advies is dat dit gelijkgetrokken moet worden en dat het Rijk in principe moet zorgen voor een goede inkomensbasis. We hopen wel op een ruimhartige norm. Ook kan er meer landelijk worden vormgegeven. Voorbeelden van regelingen die volgens de Commissie landelijk kunnen worden vormgegeven, zijn de collectieve zorgverzekering (gemeentepolis) en de schoollaptop. We zien ook dat het moment van uitbetalen van inkomensondersteuning niet aansluit bij het moment waarop de uitgave gedaan moet worden. Door die vertraging is de kans op schulden groot of worden voorzieningen niet aangevraagd. We staan daarom achter de aanbeveling om deze momenten beter op elkaar af te stemmen.
In het rapport is tevens opgenomen dat er verder onderzoek nodig is naar de vraag of iemand in een Wlz-instelling voldoende uitkering ontvangt. In de recente publicatie ‘Op weg naar een nieuwe armoedegrens’ heeft het Nibud een voorbeeldbegroting opgesteld voor een persoon boven de AOW-leeftijd in een Wlz-instelling. Uit de voorbeeldbegroting blijkt dat een persoon met AOW-uitkering genoeg eigen geld te besteden heeft tijdens de periode van opname. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor deze groep de oorspronkelijke uitkering (AOW) volledig in stand blijft, terwijl deze voor mensen met een bijstandsuitkering substantieel wordt verlaagd. Wanneer de hoogte van de uitkering (van 1.353 naar 389 euro) en de kosten van het verblijf (van 533 naar 0 euro) worden aangepast aan de situatie van een alleenstaande bijstandsontvanger, ontstaat er een saldo van 1 euro positief. De vraag blijft echter wat de precieze uitgaven van een persoon in een Wlz-instelling bedragen. Daarnaast bestaat de vraag in hoeverre aanvullende zorgkosten voldoende worden vergoed.
Valente zou graag zien dat aanvullend onderzoek gedaan gaat worden om een helder beeld te krijgen van de reële uitgaven voor mensen met een uitkering op zak- en kleedgeldniveau.