Spring naar content

Reactie Valente Prinsjesdag 2023

25 september 2023

Prinsjesdag 2023: pas op de plaats 

De Miljoenennota voor 2024 is de derde op rij waarin echt nieuw beleid afwezig is. De val van het kabinet zorgt voor een beleidsarme begroting. Voornemens die in 2021 in het coalitieakkoord een plek hebben gekregen, hebben nog niet geleid tot structurele (wettelijke) maatregelen. Dat is terug te zien in de begrotingen die vooral voortborduren op bestaand beleid. Bij de behandeling van de Miljoenennota afgelopen week zijn verschillende plannen ingediend en aangenomen om armoede in te dammen, in aanvulling op een eerder pakket van het kabinet.  

De Tweede Kamer heeft de meerderheid van de voorgenomen wetswijzigingen niet controversieel verklaard. Dit betekent dat het demissionaire kabinet door kan gaan met de voorbereidingen van wetgeving. Dat betreft o.m. het afschaffen van het abonnementstarief voor eigen bijdragen in de Wmo en de wetgeving op het gebied van de volkshuisvesting. Het nieuwe kabinet en de nieuwe Tweede Kamer zullen besluiten over de invoering daarvan. Een uitzondering is het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel Wmo beschermd wonen. Dit wetsvoorstel is wel controversieel verklaard. Het hangt van het nieuwe kabinet af wat daarmee gaat gebeuren.

De Miljoenennota 2024 is hier te vinden

We hebben per ministerie een samenvatting gemaakt van de belangrijkste wetenswaardigheden. 

Ga direct naar:

VWS: Aanpak huiselijk geweld, kindermishandeling, aanpak gendergerelateerd geweld 

VWS zet in op het voorkomen van geweld tegen vrouwen, onder de noemer van een verbeterde aanpak van gendergerelateerd geweld: geweld dat iemand wordt aangedaan omwille van gender, biologisch geslacht, genderidentiteit of genderexpressie, én geweld dat mensen van een bepaald biologisch geslacht of genderidentiteit onevenredig vaak raakt. Volgens het Verdrag van Istanbul gaat het qua vormen van geweld onder meer om huiselijk geweld, schadelijke praktijken en seksueel geweld. Voor deze vormen van geweld zijn op dit moment separate aanpakken ontwikkeld of worden aparte acties uitgevoerd. Om te komen tot een meer integrale inzet – een verplichting uit het Verdrag van Istanbul – brengt VWS de verschillende aanpakken samen en voegt een aantal acties toe aan de hand van speerpunten, zoals Pleger, Hoog risico situaties, Deskundigheidsbevordering en gender doet ertoe. Er wordt geen extra budget voor de activiteiten onder dit plan van aanpak uitgetrokken. 

VWS werkt in 2024 aan de doorontwikkeling van specifieke onderdelen om kindermishandeling te bestrijden, zoals aandacht voor het gebruik van de meldcode, de informatiepositie van kinderen en ouders op het grensvlak van het vrijwillig en gedwongen kader als onderdeel van het verbeteren van de rechtsbescherming, het versterken van de samenhang tussen kind- en volwassenenproblematiek, het versterken van een laagdrempelige hulp- en adviesstructuur en aandacht voor het betrekken van kinderen. Ook hier worden geen extra middelen voor begroot. 

Opvallend: de term ‘femicide’ komt niet voor in de begroting (VWS, J&V), ondanks herhaalde oproepen uit het maatschappelijk veld.

VWS: dakloosheid, beschermd wonen, maatschappelijke ondersteuning

In de begroting van VWS wordt het Nationaal Actieplan Dakloosheid een aantal keren genoemd en toegelicht. In het plan staan de structurele oorzaken van dakloosheid centraal: bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare huisvesting. Het Rijk ondersteunt gemeenten om dakloosheid te voorkomen met een preventieve aanpak. Het Rijk investeert ook in het opzetten van een monitoringsdashboard voor en door gemeenten en het versterken van de kwantitatieve monitoring om zo beter inzicht te krijgen in het behalen van de doelstelling van het Nationaal Actieplan: uiteindelijk nul dakloze mensen in 2030, aansluitend bij de Lissabon Verklaring. 

Middelen aanpak dakloosheid 

Voor 2024 (en volgende jaren) heeft het demissionair kabinet € 65 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid. Het grootste gedeelte is beschikbaar voor gemeenten, zo staat in de begroting van VWS. Het resterende gedeelte is beschikbaar voor het verstrekken van opdrachten voor een brede aanpak dakloosheid, communicatie, inzet van ervaringsdeskundigen, etc. Naast deze middelen uit het coalitieakkoord stelt het Rijk jaarlijks 385 miljoen euro beschikbaar aan de 43 centrumgemeenten voor beleid inzake voorkomen dakloosheid en maatschappelijke opvang. 

Aanpak dak- en thuisloosheid en beschermd wonen (Wmo en Wlz) 

De extra 65 miljoen euro zijn structureel aanvullende middelen voor het voorkomen van dakloosheid, de om- en afbouw van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze mensen. Eind 2022 is het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis’ aan de Kamer gepresenteerd, waarbij de transformatie van opvang naar preventie van dakloosheid en Wonen Eerst centraal staat. In 2023 hebben de regio’s gewerkt aan een vertaling van het Nationaal Actieplan naar een regionaal plan. 2024 staat in het teken van de uitvoering van deze regionale plannen, waarin een veelheid aan acties is opgenomen. Op landelijk niveau verwacht de staatssecretaris in 2024 de eerste uitvraag te doen voor de kwantitatieve monitoring. Daarnaast kunnen gemeenten aan de slag met de eerste resultaten uit het monitoringsdashboard dat in 2023 door de VNG wordt opgezet.  

Ten aanzien van beschermd wonen heeft de Tweede Kamer begin 2023 het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel ontvangen. Dit wetsvoorstel is volgens het kabinet noodzakelijk voor het realiseren van de gewenste transitie ‘van beschermd wonen naar een beschermd thuis’. De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel was 1 januari 2024. Medio 2023 is gebleken dat het tijdpad – gelet op de fase van de parlementaire behandeling waarin het wetsvoorstel zich bevindt – te krap was. De nieuwe streefdatum van VWS en VNG voor de invoering van het wetsvoorstel is nu 1 januari 2025. In 2024 zal samen met gemeenten en andere betrokken partijen uitvoering gegeven worden aan het treffen van (verdere) voorbereidingen die samenhangen met de invoering van het wetsvoorstel en – breder – het faciliteren van bovengenoemde transitie. Het wetsvoorstel is controversieel verklaard, voorlopig ligt de parlementaire behandeling stil. Dit betekent ook dat de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel voor beschermd wonen, wordt uitgesteld. 

In de begroting voor 2024 is nog geen rekening gehouden met de resultaten van maatregelen ter beperking van de instroom van cliënten in de ggz in de Wlz (verduidelijking van instroomcriteria Wlz; monitoren van en interacteren op regiobeelden inzake instroom in de Wlz; langer durende Wmo-beschikkingen). Tegelijkertijd is er ook nog geen sprake van een korting op het macro budgettaire Wlz-kader voor de ggz. 

Evaluatie en Onderzoek Wmo2015 

In het kader van de evaluaties die in 2024 gaan plaatsvinden voor de Wmo, zal ook het Nationale Actieplan Dakloosheid worden geëvalueerd. Daarmee geeft het demissionaire kabinet ook uitwerking aan de motie Westerveld die de regering gevraagd heeft in kaart te brengen wat de kosten zijn om de doelstelling (Nul dakloze mensen in 2030) te behalen. In de begroting is hierover opgenomen dat onderzoek zal plaatsvinden naar de voortgang op het Actieplan Dakloosheid en de daaraan gekoppelde doelstelling uit de Verklaring van Lissabon, inclusief de (benodigde) financiële middelen (VWS, SZW, BZK). Dit onderzoek zal worden benut als tussentijdse evaluatie om de voortgang op het behalen van de doelstellingen van het Actieplan te evalueren en indien nodig bij te sturen. De looptijd van het onderzoek is 2024-2026. 

Daarnaast vindt onderzoek plaats of de Wmo in de huidige vorm toekomstbestendig is. Daarom is met gemeenten afgesproken een gezamenlijke analyse uit te voeren naar de ontwikkelingen (5-20 jaar) op vraag en aanbod in de Wmo die op basis van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen zijn te verwachten. Het doel hiervan is om een gezamenlijk beeld te krijgen van de opgave in de Wmo en daarnaast te bevorderen dat VNG en Rijk gezamenlijk en proactief kunnen sturen op de fundamentele vraagstukken voor de lange termijn. Dit onderzoek wordt in 2024 afgerond. 

BZK – Huisvesting 

De verwachting is dat er in 2024 een tijdelijke dip in de bouwproductie zal plaatsvinden. Het kabinet zet daarom op het volgende in: een start-bouwimpuls, een tijdelijke huurprijsopslag voor nieuwbouwprojecten bij wet betaalbare huur en het wetsvoorstel regie op de volkshuisvesting. De vraag naar huisvesting is toegenomen, waardoor ook de bouwopgave groter is geworden. Door de grotere vraag naar woningen, in combinatie met de verwachte dip in de bouwproductie, zal het de  komende jaren voor veel mensen lastig blijven om een betaalbare woning te vinden.  

BZK – Programma Een Thuis voor Iedereen 

Een aantal mensen heeft het extra moeilijk om passende huisvesting te vinden, omdat ze zich in een kwetsbare positie bevinden of omdat zij een specifieke woonbehoefte hebben. Het gaat om dakloze mensen, uitstromers uit een intramurale voorziening, statushouders, mensen met een sociale en/of medische urgentie, arbeidsmigranten, woonwagenbewoners en studenten. Het programma ‘Een thuis voor iedereen’ heeft als doel te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor deze aandachtsgroepen met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding. 

In 2023 is een brede ondersteuningsstructuur opgezet. Deze moet in 2024 provincies, gemeenten en woningcorporaties ondersteuning bieden bij het opstellen van de woonzorgvisies en andere acties uit het programma. Het kabinet stelt dat in de schaarste aan woningen gezorgd moet worden dat de meest kwetsbare mensen extra beschermd worden. Het wetsvoorstel Versterking regie op de volkshuisvesting voorziet er daarom in dat alle gemeenten vanaf 2024 aan de slag gaan met het maken van een huisvestingsverordening met daarin een urgentieregeling voor specifiek in de wet aangeduide aandachtsgroepen. Cliënten van organisaties voor beschermd wonen en (vrouwen)opvang maken hier deel van uit. 

SZW – Participatiewet, arbeidsmigranten, bestaanszekerheid  

Bestaanszekerheid

Koopkracht en bestaanszekerheid staan centraal dit jaar want er is sprake van een brede inflatieproblematiek. Dit heeft een impact op de koopkracht, en dit zien we met name terug in bredere armoede problematiek. Het kabinet trekt 2 miljard euro extra uit met als doel de koopkracht te laten groeien en gezinnen uit de armoede te helpen. Deze keuze juichen we toe want die is hard nodig. Immers, omdat de koopkrachtreparatie in 2022 grotendeels is gerealiseerd met incidentele maatregelen, dreigen bijna 1 miljoen mensen door het ijs te zakken. Wel is dit bedrag aanzienlijk minder dan de 6 miljard die de commissie sociaal minimum heeft geadviseerd. Armoede verminderen kan volgens de commissie het beste via een vermeerdering van het minimumloon, de bijstand en eventueel ook de huurtoeslag. Een verhoging van het minimumloon is geen onderdeel van het huidige koopkrachtpakket, wel zijn er verschillende andere onderdelen opgenomen: als eerste zal de huurtoeslag worden verhoogd. De maximale huurtoeslag gaat volgend jaar met maximaal 416 euro per jaar omhoog. Ook het kindgebonden budget groeit. Het maximale bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro per jaar omhoog, voor het tweede kind en verder met 883 euro. De alleenstaande ouderkop, het extra kindgebonden budget voor alleenstaande ouders, wordt echter met 619 euro per jaar verlaagd. 

De zorgpremie zal stijgen met gemiddeld 12 euro. Omdat de verhoging van de zorgtoeslag is 2023 een tijdelijke maatregel betrof, zal de zorgtoeslag ten opzichte van dit jaar dalen. De maximale zorgtoeslag zal € 127 per maand worden. Dat zal ervoor zorgen dat mensen bijna 143,- euro per jaar meer kwijt zijn voor de zorgverzekering.  

De energierekening is nog steeds hoger dan voor de energiecrisis. Het noodfonds zal daarom worden verlengd, waardoor mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet hebben. 

In het coalitieakkoord was opgenomen dat de armoede zou dalen en de kinderarmoede gehalveerd zou worden. De belofte dat tijdens deze regeerperiode de armoede zou dalen kan nét worden nagekomen met een daling van 1,3%. Het armoedepercentage onder kinderen daalt vanwege het pakket met 1,1% Wel gaat het kabinet door met het verstrekken van gratis schoolmaaltijden voor kwetsbare kinderen.  

Sociale Zaken maakt 64 miljoen euro beschikbaar voor beschut werk. Verder worden er geen structurele maatregelen genomen om meer mensen aan een baan te helpen.  

Al een langere periode stijgt het aantal Nederlanders met mentale gezondheidsklachten. Vooral jongeren voelen zich vaker eenzaam, somber en gestrest. Ook volwassenen ervaren minder psychisch welbevinden. Bestaanszekerheid gaat niet alleen over koopkracht, maar ook over de mogelijkheden om betaald werk te verkrijgen en behouden, een betaalbare en goed geïsoleerde woning te verkrijgen en toegang tot gezondheidszorg. Een breed pakket aan koopkrachtmaatregelen zouden ook deze zaken moeten meenemen, maar dat blijft vandaag helaas uit.  

Tijdens de algemene beschouwingen heeft een Kamermeerderheid besloten nog eens 2 miljard euro uit te trekken voor de verhoging van het minimumloon en de kinderopvangtoeslag. 

Justitie & Veiligheid 

Huiselijk geweld en kindermishandeling

Onder aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling wordt uiteraard het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, in opdracht van JenV, VWS en VNG, vermeld: geen nieuwe informatie, inzichten of budget op dit vlak. Er wordt gewerkt aan verbetering en vereenvoudiging van het stelsel voorjeugdbescherming. Proeftuinen en andere regio’s worden gestimuleerd en ondersteund om anders te werken zodat kinderen en gezinnen beter en sneller worden geholpen. Nadruk in de paragrafen over het Toekomstscenario ligt op het versterken van de regionale Veiligheidsteams en de rol van de lopende proeftuinen. 

Over ambtelijk aangekondigde voorgenomen verbeteringen ten aanzien van de Wet tijdelijk huisverbod of over uitbreiding aanbod plegers is niets terug te vinden in deze begroting. 

In de begroting van J&V komt, net als in de begroting van VWS, de term femicide niet voor in planvorming en opvallend genoeg ‘hoog risico’ alleen in relatie tot gedetineerden: niet in relatie tot vrouwen die risico’s lopen. Valente ziet hier noodzaak tot verbetering.

Mensenhandel

Ook ten aanzien van het thema Mensenhandel zijn er geen nieuwe beleidsvoornemens of budget. In 2024 voeren we Samen tegen mensenhandel uit, met als doel: minder slachtoffers. Dat doen we door slachtofferschap te voorkomen, door snel en adequaat slachtoffers te signaleren, door ze uit de situatie te halen en hen zorg en ondersteuning te bieden en door de daders op allerlei manieren te frustreren en zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk aan te pakken. Hiervoor maakte het Kabinet eerder in het coalitieakkoord € 2 mln. structureel vrij. 

Seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld

In de begrotingen van OCW en SZW is aandacht voor het eerder dit jaar gelanceerde nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Het kabinet wil een samenleving waarin iedereen zich veilig voelt en bijdraagt aan een veilige omgeving. Het actieprogramma werkt met maatregelen aan een cultuurverandering: gedeelde waarden en normen, bijpassende wet- en regelgeving organisaties die hun processen op orde hebben, omstanders die handelingsbekwaam zijn en goede en vindbare hulpverlening. De regeringscommissaris, Mariëtte Hamer, houdt het maatschappelijke gesprek op gang en adviseert het kabinet over de totstandkoming en uitvoering van het actieprogramma. In 2024 werkt SZW aan onder meer wet- en regelgeving over het verplichten van klachtenprocedure en gedragscode voor werkgevers. OCW richt zich op onder andere preventie, wetgeving, omstanders, communicatie en werkgevers. De vijf bekende actielijnen worden opnieuw benoemd: gedeelde maatschappelijke waarden en normen over hoe we met elkaar om willen gaan in de samenleving; wet- en regelgeving weerspiegelen de (veranderende) maatschappelijke normen; organisaties hebben processen voor preventie, signalering en opvolging op orde; iedereen herkent seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en kan hierop reageren; er is goede hulpverlening die makkelijk vindbaar is. Er is geen budgettaire vertaling voor de plannen in de begroting opgenomen. 

Straffen en beschermen: onbegrepen gedrag, forensische zorg 

Coalitieakkoordmiddelen worden ingezet voor preventie, voor de aanpak voor personen met verward en onbegrepen gedrag, en preventie van jeugdcriminaliteit en recidivevermindering.  Er is de geïntensiveerd op jeugdbescherming (50 miljoen euro structureel vanaf 2024)

Een bezuiniging van 15.000.000 is opgenomen op de begroting van DJI. Deze bezuiniging is voor de komende jaren ingeboekt. Bij de toelichting staat dat dit is i.v.m. de Rijksbrede Dekkingsopgave. De achterliggende reden is niet helemaal duidelijk, mogelijk is het een aanpassing aan recente ontwikkelingen, mogelijk een verschuiving naar jeugd. Het betekent hoe dan ook minder ruimte bij DJI voor de forensische zorg (voor volwassenen).  

BZK: Gemeentefonds 

Beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang zijn in het gemeentefonds ruwweg hetzelfde begroot als in 2023. Dat is ook wat we konden verwachten met een demissionair kabinet. Er zijn in 2024 ook nog geen Specifieke uitkeringen toegekend voor thema’s die met maatschappelijke opvang te maken hebben. 

Wel is er opnieuw, zoals in 2023, een bedrag van € 50 miljoen begroot voor ‘flankerend armoedebeleid’. Gemeenten kunnen lokaal hun eigen armoedebeleid verstevigen door extra in te zetten op vormen van vroegsignalering en door bijzondere bijstand ruimer te kunnen toekennen. 

Wat niet direct blijkt uit de begrotingsstukken voor 2024 maar wat wel relevant is voor Opvang en Beschermd Wonen, is dat gemeenten in eerdere jaren Rijksmiddelen hebben ontvangen voor deze voorzieningen en deze niet hebben uitgegeven. Het CBS berekende in augustus de uitgaven van gemeenten aan Wmo maatwerkvoorzieningen. In 2017 gaven gemeenten ruim 1.7 miljard uit aan maatwerkvoorzieningen beschermd wonen en opvang. In 2021, na de openstelling van de Wlz, daalde dit bedrag naar ruim 1.3 miljard en in 2022 verder naar ruim 1.2 miljard. De centrumgemeenten ontvangen in 2024 en daarna ruim 1.6 miljard euro voor beschermd wonen en bijna een half miljard voor maatschappelijke opvang. De decentralisatieuitkering vrouwenopvang (DUVO) bevat in 2024 en 2025 ruim 230 miljoen euro. Per 2026 daalt de DUVO naar ruim 210 miljoen euro omdat de extra middelen voor de versterking van de uitvoering door gemeenten dan afgelopen zijn. 

We concluderen dat bij veel gemeenten nog steeds geld beschikbaar is, gezien het overschot bij beschermd wonen en opvang. Gelet op de hoge inflatie in 2022 en 2023 en bijvoorbeeld de loonstijgingen die onlangs in de meeste cao’s zijn afgesproken is dat een significant signaal dat van belang is bij de onderhandelingen over tarieven. Valente roept de gemeenten en de VNG op om binnen de lopende contracten en bij nieuwe contractering recht te doen aan de gestegen kosten en zich ruimhartig op te stellen, zeker als in eerdere jaren sprake was van onderuitputting.