Risicotaxatie voor cliënten vrouwenopvang vraagt onderhoud van instrumenten én investeren in gebruikers
Helpt de huidige risicotaxatie in de vrouwenopvang nog voldoende bij de inschatting van veiligheidsrisico’s en de benodigde opvang en hulp? Prof. Dr. Janine Janssen van de Open Universiteit en Avans Hogeschool en onderzoeker Karen van Rooijen onderzochten dit. Zij houden branchevereniging Valente een spiegel voor: met een papieren instrument ben je er nog niet.
Aanleiding tot onderzoek
Sociale professionals die met cliënten in vrouwenopvang instellingen werken, maken gebruik van instrumenten om zich een beeld te verschaffen van de leefsituatie en de veiligheidsrisico’s op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Goede risicotaxatie zorgt ervoor dat de opvang- en/of begeleidingsvorm goed aansluit bij de nodige beschermings- en hulpvraag van betrokken personen in de geweldssituatie. De instrumenten moeten, vergelijkbaar met gereedschap, onderhouden en verstandig gebruikt worden. Ondoordacht en oneigenlijk gebruik is een veiligheidsrisico.
De huidige gereedschapskist is aan revisie toe. Prof. dr. Janine Janssen van de Open Universiteit en Avans Hogeschool voerde een verkennend onderzoek uit, in samenwerking met professionals in vrouwenopvang instellingen die in praktijk met risicotaxatie werken. Janine Janssen bracht hiervoor het rapport ‘Goed gereedschap is het halve werk’ uit.
Gebruikers hebben hoge verwachtingen van instrumenten
Sociale professionals die met cliënten in vrouwenopvang instellingen werken, geven aan dat een risicotaxatie-instrument in staat moet zijn om risico’s snel in te schatten, maar ook om een diepteanalyse van de problematiek te geven en concrete vervolgacties te formuleren. Deze verwachting is echter niet in één instrument te verenigen. Dat concludeerden de onderzoekers in hun verkennende onderzoek in opdracht van Valente. Zij zien in de hoge verwachtingen van professionals ten aanzien van een instrument de behoefte naar zekerheid en handelingsperspectief.
Huidige instrumenten in beeld
Vrouwenopvang instellingen screenen clienten aan de voordeur met behulp van de GA/RS oftewel risicoscreening van het Verwey Jonker Instituut. Een mooie bevinding in het verkennend onderzoek is dat deze risicoscreening in essentie nog steeds volstaat voor het snel in kaart brengen van de veiligheidssituatie bij een eerste contact. Een actualisatie naar de huidige tijd is wel nodig.
Verdieping op specifieke geweldsuitingen en verbreding naar verschillende betrokkenen in de geweldssituaties kan gevonden worden in andersoortige instrumenten. Er zijn diverse instrumenten beschikbaar, die her en der gebruikt worden binnen de vrouwenopvang instellingen. Er is nooit een ketenbreed overzicht gemaakt van wie op welke manier de instrumenten gebruikt.
Vervolgacties gericht op gebruikers, instrumenten en borging
Valente start naar aanleiding van het onderzoek in samenwerking met Vereniging Nederlandse Gemeenten en het ministerie van VWS een integraal traject om tot een verbeterde risicotaxatie te komen. Het Verwey Jonker Instituut actualiseert de risicoscreening. Avans Hogeschool, in samenwerking met Moviera, stelt een toolbox samen van verdiepende instrumenten. Gebruikers van de instrumenten zijn betrokken bij deze trajecten. Veel aandacht gaat uit naar het juiste gebruik van de instrumenten; gebruikers ontvangen op een toegankelijke manier informatie over de toepassing van de instrumenten om hen goed op weg te helpen. Tot slot geeft Avans Hogeschool advies aan Valente over de landelijke borging van de instrumenten, waaronder aanbevelingen voor het normenkader ‘veiligheid in de vrouwenopvang’.
Voor meer informatie, neem contact op met Mijke Caminada (mijke.caminada@valente.nl).