Veerkracht in de opvang: ‘Kinderen hebben het recht hun stem te laten horen’
De laatste jaren worden kinderen in de opvang steeds meer gezien als individuele cliënten, en niet alleen als meekomend met de moeder. Daardoor is er veel meer aandacht voor hun eigen wensen en behoeftes, en hoe zij kunnen worden geholpen bij de gevolgen van huiselijk geweld. Hun tijd in de opvang wordt daardoor meer dan alleen verblijf, maar ook een mogelijkheid om te herstellen.
Lonneke ten Dam werkt al jaren als woonbegeleider en kindercoach bij de vrouwenopvang van MO Den Bosch. Na haar stage in 2005 is ze eigenlijk nooit meer weggegaan. ‘Toen ik hier begon hobbelden de kinderen mee in het traject van moeder. Dat is sindsdien erg verbeterd’, zegt Ten Dam. ‘Kinderen krijgen hun eigen kindhulpverlener, en als ze wat ouder zijn een eigen traject als ze dat willen. Er is meer aandacht voor wat kinderen doormaken, stap voor stap.’
In 2012 werd Veerkracht ontwikkeld en is MO Den Bosch de methode gaan gebruiken. Alle collega’s kregen de training Veerkracht, en er werd een werkgroep samengesteld. Die werkgroep komt sindsdien eens in de vier tot zes weken bij elkaar om uitsluitend te spreken over kinderen in de opvang. ‘Ik denk dat wij kinderen altijd goed gezien hebben maar we dat dat meer gestructureerd kon, en dat we altijd moeten kijken naar hoe we hun nóg beter kunnen ondersteunen. De ouders en kinderen die in de opvang verblijven komen vaak uit een onrustige en daardoor onveilige situatie. Het ervaren van veiligheid is van groot belang om ontwikkeling en herstel te bevorderen bij kinderen. Dat hopen wij met de inzet van Veerkracht te kunnen bereiken.’
Veilige plek
Ten Dam en haar collega’s zien de kinderen heel veel. ‘Wanneer ze hier binnenkomen, krijgen kinderen van ons een cadeautje passend bij de leeftijd. Dat kan een etui met kleurpotloden en knutselspullen zijn, of bijvoorbeeld een knuffeltje. Om meteen te zeggen: jullie mogen hier zijn en we hebben iets voor jullie, je bent welkom hier.’ Bij de intake gaat de aandacht altijd eerst naar wat het kind nodig heeft; heb je gegeten, wat is er nu nodig? Ze krijgen een rondleiding door het pand zodat ze weten waar ze zijn.
‘We zijn er erg gericht op kinderen een veilige plek te bieden. Hen laten voelen dat ze er mogen zijn, dat ze niet hoeven denken aan alle problemen waardoor ze hier komen, dat ze niet voor mama hoeven te zorgen.’ Dat is op zich al een belangrijke stap, maar vervolgens komt er van alles los bij de kinderen en wat doe je dan?
Ten Dam legt uit: moeders en kinderen komen soms heel plotseling bij de opvang omdat er acute dreiging is. Moeders weten niet altijd hoe ze daarmee om moeten gaan en beperken zich tot “we gaan paar dagen logeren”. Kinderen snappen niet wat er gebeurt en hebben heel veel vragen. ‘Wij ondersteunen ook de moeders om het gesprek aan te gaan of bijvoorbeeld door spel of tekeningen bespreekbaar te maken wat er aan de hand is en hoe het zit. De kinderen zijn vaak heel verdrietig doordat ze hun vriendjes niet meer zien, uit de klas zijn gehaald en door de onduidelijkheid.’
Papa
Een belangrijk aspect van Veerkracht is ook het contact met de vader. Die maakt zich zorgen, wat ook agressie kan oproepen. ‘We laten de vader weten dat het goed gaat met het kind. Ze kunnen elkaar nu niet zien, maar er wordt altijd per kind gekeken wat wel mogelijk is. De ene keer is dat door kinderen een brief te laten schrijven of een tekening te laten maken, soms telefonisch contact of een bezoekregeling. Dan gaan we ook met moeder in gesprek; hoe scheidt je partner van ouder, hoe heb je contact met elkaar om de kinderen, zonder in de strijd te gaan?’
Dat betekent ook: kinderen laten weten dat ze wel over papa mogen praten; het mag, je mag papa missen. ‘Ook daar helpt Veerkracht bij, het geeft gesprekstechnieken, hoe je met het kind kunt praten, en zorgt dat je zijn of haar wensen te horen krijgt. Kinderen mogen hun stem laten horen. Dat recht hebben ze, en daar moeten wij hen inbegeleiden.’ Bij MO Den Bosch krijgen ze die stem onder andere in de kinderraad en jongerenraad. ‘We raadplegen hen en gaan in gesprek over ervaringen van het wonen in de opvang, meedenken over ontwikkelingen van de organisatie om het verblijf voor kinderen zo goed mogelijk te maken. Al zou je willen dat ze helemaal niet hierheen hoeven te verhuizen. Housing First zou fantastisch zijn, meteen hulp aan huis of doorstroom waar ze niet meer weg hoeven.’
Het contact met kinderen houdt niet altijd op als ze naar een nieuwe woning vertrekken, na zo’n zes tot negen maanden. De kindhulpverlener en persoonlijk woonbegeleider voor de moeder blijven contact houden zolang dat nodig is. Voor sommigen is dat eens in de maand even een bezoekje, soms is er wekelijks actief contact. Daarnaast werken er ervaringsdeskundigen bij MO Den Bosch.
Maatwerk
Veerkracht (ontwikkeld door Federatie Opvang en Bureau Van Montfoort/Collegio) biedt een methodisch kader voor de begeleiding van kinderen, maar is geen receptenboek of protocol dat voor elke situatie precies voorschrijft wat de kinderhulpverlener moet doen. ‘Dat past goed bij ons. Ik denk dat onze grootste kracht is dat wij maatwerk leveren, zowel in contact met moeder en kinderen als in de methodieken die we hanteren. Veerkracht heeft een aantal kernprincipes, wij kijken vooral naar hoe we ons die eigen kunnen maken en wat we ermee kunnen doen, voor elk kind en ouders.’
Dat geldt ook voor de faciliteiten. ‘Je kunt van alles via projecten doen, maar we kijken liever zelf met de kinderen wat we kunnen doen. Bijvoorbeeld samen de muren een leukere kleur geven of de oudere kinderen een chillplek geven. In de tuin hebben we een konijnenhok dat door de vrouwen en kinderen onderhouden wordt, zonder dat we gebonden zijn aan verantwoordingen en eisen van een projectfonds.’
Zelf neemt Ten Dam al jaren haar hond Noa mee. Bijvoorbeeld voor oefeningen. ‘Kinderen zeggen soms: “Ik wil wel iets zeggen maar ik vind het moeilijk.” Met de hond als spiegel of bliksemafleider doen ze spelenderwijs succeservaringen op. Een dier oordeelt niet en daagt uit tot humor en interactie waardoor het een leuke en veilige manier is om aan hulpvragen te werken.’ En soms is de aanwezigheid van de hond genoeg. ‘Een tijd terug hadden we hier een jongetje van een jaar of zeven dat vreselijk van streek was, tot hij Noa ontmoette, toen kwam hij tot rust. Hij heeft nooit kunnen praten over wat hij allemaal dacht en voelde, maar als hij het moeilijk had kwam hij “even de hond aaien”.’
Over Veerkracht
Veerkracht is een methodiek om te werken met kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt en daardoor met hun moeder in de Vrouwenopvang verblijven. Veerkracht is ontwikkeld door Valente en Bureau Van Montfoort in hechte samenwerking met de praktijk.
Bij MO Den Bosch komen er al jarenlang heel veel kinderen over de vloer die sinds 2012 met Veerkracht worden opgevangen. Ten Dam: ‘Zeker ook als er wat minder ervaring is met kinderen denk ik dat Veerkracht een goede methode is om hun veiligheid, aandacht en steun te geven. Je merkt dat het contact anders en beter is. Ze staan te springen om dingen te mogen doen en stellen vragen over van alles.’
Meer weten? Lees de pagina over Veerkracht en het implementeren ervan, of lees bij het Nji over de effectiviteit van deze methodiek.
Deze reportage verscheen in november 2019, en is opnieuw gepubliceerd bij het verschijnen van de maatschappelijke business case methodische begeleiding.
Lees ook:
Het Open Huis in Haarlem: ‘Hier ben ik voor het eerst weer mens geworden’
Jules van Dam: ‘We moeten radicaal voor Housing First kiezen’
Wooncirkels: wonen in de wijk, met altijd zorg dichtbij
Veerkracht in de opvang: ‘Kinderen hebben het recht hun stem te laten horen’
Ageeth kwam bij Perspektief: ‘Ik wil graag weer leven’
De nachtopvang bij Kwintes: Niemand hoort op straat te slapen
Artie van Tuijn over herstel: ‘De gedachte “ik wil die troep niet meer” begrijp ik al te best’
Werken in de forensische zorg: ‘Kleine jongetjes met een hele grote mond’