‘Ik zie een groot verschil tussen iets verdienen en inkomen krijgen’
Ruim dertig jaar duurde het voor Henk (57) een definitieve diagnose kreeg. Gedurende al die jaren zocht hij, in verschillende woonvormen, met allerlei banen en begeleiding, naar zijn plek in de maatschappij. ‘Drie jaar geleden viel alles een beetje op z’n plek. Ik voel me nu goed, en nuttig.’ Hij kijkt naar zijn vriendin Mariëlle (41) die naar hem glimlacht.
Ergens jaren ’80 klopt Henk voor het eerst aan bij maatschappelijk werk. Als zijn klachten van depressiviteit en suïcidale gedachten erger worden, volgt een deeltijdbehandeling psychiatrie. Een traject van een paar jaar, waarnaast hij ook een re-integratietraject volgt. ‘Ik heb de middelbare tuinbouwschool gedaan, alleen dat werk paste niet bij me. Maar het waren de jaren tachtig; het was crisis, de werkloosheid was hoog. Er werd niet veel geïnvesteerd in passend werk, maar je werd wel gepusht om te gaan werken. Ik heb via uitzendbureaus van alles gedaan.’
De onzekere werksituatie is een lastige combinatie met het psychisch traject. In 2000 gaat het echt mis. Zijn vader overlijdt, kanker. Kort erna ook zijn opa. ‘Ik had geen goede rouwverwerking, slikte medicatie die bepaalde effecten en bijwerkingen had. Ik raakte verslaafd en kwam in een kliniek.’
Onleefbaar: goede begeleiding in wijken
Na een paar jaar gaat het beter en krijgt hij ambulante begeleiding vanuit een RIBW, maar dan overlijdt zijn zus plotseling. Ook kanker. Verdrietig en boos koopt hij een vaste staplaats op een camping waar hij helemaal zelfvoorzienend woont. ‘Ik zocht rust en wilde even niet meer deelnemen aan de maatschappij.’ Dat gaat iets verder dan hij wil; zijn arbeidscontract wordt niet verlengd en in het isolement op de camping verwaarloost hij de caravan waarin hij woont zo, dat het onleefbaar wordt. Dus gaat Henk beschermd wonen, in een rijtjeshuis in Wijchen met één huisgenoot.
Geen goede match. ‘Die huisgenoot weigerde zijn deel in het huishouden te doen – ik was weggegaan van de camping omdat ik de boel verwaarloosde maar werd in een huis gezet met iemand die vertikte de woning op orde te houden.’ Knullig, noemt hij het. Het probleem aankaarten bij de begeleiding helpt niet. Dus, zoals hij het zelf mooi zegt, veroorzaakt hij ‘een incident’ om verandering te forceren: hij zet de volle kliko’s in huis, barricadeert daarmee de achterdeur die zijn huisgenoot voor de zoveelste keer open had gelaten, kruipt zelf via een raampje de woning uit en belt de begeleiding. Z’n ‘finest hour’ vindt hij het niet, maar: ‘Ik moest een signaal geven dat de situatie onhoudbaar was. Had ik dat niet gedaan, dan had ik er bij wijze van spreken nog steeds gewoond.’
Herstel: kijk naar wat iemand wél kan
De woonplek die hij dan krijgt, een doorstroomhuis in Nijmegen, past wel goed. Wilde hij eerder nog rust en afzondering, inmiddels wil hij juist weg uit het dorp, naar de stad. ‘Ik wilde contact, deelnemen aan dingen. Ergens bij aansluiten is in een stad veel makkelijker dan een dorp. In Nijmegen begon ik naar jamsessies te gaan, met (bas)gitaar, deed mee met pubquizzen en kwam vaak bij het dagactiviteitencentrum, bijvoorbeeld voor de discussiegroep, koken of eenmalige leuke dingen zoals een salsacursus met Mariëlle.’ Naast hem glundert Mariëlle, die hij in het dagactiviteitencentrum heeft ontmoet, maar Henk wil verder vertellen over waar hij echt trots op is: zijn werk bij de Cliëntenraad van RIBW Nijmegen & Rivierenland.
‘Toen mijn periode in het doorstroomhuis erop zat, kreeg ik een beschermd wonen plek in Nijmegen. Ik kende op het hoofdkantoor van de RIBW veel mensen. Ze hadden in de gaten dat ik goed ingeburgerd was en dus vroegen ze me in 2010 voor de Cliëntenraad. Eerst was ik een beetje verlegen, gaandeweg ben ik gegroeid en ging steeds meer dingen doen.’
In diezelfde periode heeft Henk een verpleegkundige die hem helpt met zijn huishoudprobleem – de term ‘hoarding’ is inmiddels gevallen. ‘Die verpleegkundige had vroeger een partner gehad met Asperger en zag veel gelijkenissen tussen mij en hem.’ Ze zet de procedure in gang om Henk te testen op autisme. Dat duurt nog twee jaar, maar in 2017 wordt duidelijk dat hij in het autistisch spectrum valt. ‘Ik vond het heel fijn om die diagnose te krijgen. Sommigen zijn er bang voor maar het geeft ook mogelijkheden; als je het probleem weet, kun je makkelijker een oplossing zoeken.’ Of hij zich in een hokje geduwd voelt? Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik zat toch al in een hokje, maar ik wist niet waarom. Met die diagnose viel alles wel op z’n plek.’
Nu is Henk voorzitter van de Cliëntenraad van de RIBW, en heeft er bijna een dagtaak aan. ‘De Cliëntenraad is de leidraad in mijn leven geworden. Ik heb er een beetje status en positie door gekregen, het geeft me voldoening en het heeft veel bijgedragen aan mijn herstel. Herstel, tegenover genezing in de gewone geneeskunde, wordt omschreven als leren omgaan met je beperkingen. Daar kan ik me goed in vinden.’
Werkverschaffing: maak passend werk mogelijk
Henk hoopt het werk in de Cliëntenraad of andere medezeggenschap nog lang te doen, liever dan weer naar betaald werk te gaan. ‘In de jaren ’90 zat ik kort in de WAO en kreeg toen een ID-baan [een regeling voor bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die nu niet meer bestaat, red.]. Financieel ging ik er toen op achteruit. Een IPS-traject heb ik later daarom afgewezen. Het dwingende karakter ervan staat me bovendien tegen. Waarom zou ik mijn leven veranderen? Ik ben en voel me hartstikke nuttig met het werk dat ik nu doe.’ Hij wordt een beetje fel: ‘Die politieke drive van “banen banen banen”– er is meer dan alleen betaald werk. Niet al het geld moet gestoken worden in re-integratietrajecten.’ Het is een beetje negatief verwoord maar hij vindt het werkverschaffing voor trajectbegeleiders. ‘Ze krijgen er nauwelijks langdurig werkloze mensen mee aan het werk.’
Maar wat dan wel? ‘Basisinkomen. Je voorkomt ermee dat mensen te weinig inkomen hebben, je bent van het gedoe met toeslagen af, en je voorkomt de armoedeval als mensen aan het werk moeten. Mensen gaan of blijven dan misschien voor hetzelfde (basis)inkomen werken, maar dat is een ander uitgangspunt dan werken óm inkomen te krijgen. Ik zie een groot verschil tussen iets verdienen en inkomen krijgen.’
Banen, banen, banen, zegt hij nogmaals: die focus werkt gewoon niet. ‘Waardeer werk maar eens anders. Niet betaald werk als hoogste streven; zet meer inkomsten tegenover zingeving. Ieder mens zoekt volgens mij zingeving, maar niet voor iedereen is dat betaald werk.’
Nette mensen: investeer in welkome wijken
Rond 2015 gaan de RIBW’s hun cliënten steeds meer in de wijk huisvesten, en het aantal beschermd wonen plekken wordt afgebouwd. ‘Beschermd wonen werd daardoor meer en meer voor mensen met de hoogste zorgzwaartepakketten. Ik zat tussen mensen die sterk onder medicatie zaten, of heel vaak in een psychose.’ Tijd voor Henk om te gaan. Maar waarheen?
Hij komt in aanmerking voor ‘Wonen met perspectief’, een samenwerking tussen de RIBW, gemeente Nijmegen en een woningcorporatie om een overgang te bieden van beschermd wonen naar ambulant. ‘Een soort woontraining. Ik denk dat er meer van dergelijke projecten zouden moeten zijn.’ Het kan helpen bij het oplossen van het woningtekort, denkt Henk, en mensen een plek geven in de maatschappij. ‘Gemeentes, instanties, corporaties, ze moeten oog hebben voor de fase waarin iemand zit. Mensen gemengd laten wonen, niet te zeer een stempel drukken van ‘je woont beschermd en daar zul je tot je dood wonen’. Bied mensen een kans om te integreren.’ Voor hem blijkt het te werken. Sinds anderhalf jaar woont Henk weer helemaal op zichzelf.
Hij woont nu in een flat in Nijmegen. ‘Ik had eerst een andere woning toegewezen gekregen in een volkswijk. Dat leek me gezelliger; ik was bang om in de buurt waar ik nu woon buiten de boot te vallen, tussen allemaal “nette” mensen.’ De woning in de volksbuurt ging aan zijn neus voorbij. Na lang aandringen hoorde hij waarom: ‘De corporatie had voor mij beslist dat het niet veilig voor mij was omdat ik zogenaamd psychiatrisch patiënt was. Daar was ik heel erg boos over, belachelijk dat ze mij niet betrokken. Daarom hamer ik er steeds op: alle instanties moeten mét en niet óver cliënten praten.’
Begin dit jaar blijkt Henk net als zijn vader en zus kanker te hebben. Gelukkig een lichte vorm; na verschillende kuren gaan de artsen er nu vanuit dat hij schoon is. Mariëlle en Henk kijken elkaar aan. ‘Nu kunnen we samen aan een toekomst gaan denken.’
Dit verhaal is deel van een serie over vijf speerpunten, waarbij we ook steeds een blog van een bestuurder met diens visie publiceerden. Dit cliëntverhaal hoort bij het speerpunt: voor iedereen een plek in de samenleving. Lees ook de bestuurdersblog hier: ‘Willen we echt werken aan inclusie, dan moeten we veel regels laten varen’.